Bloembollen

Wat zijn bloembollen?

We zullen u niet vermoeien met allerlei plantkundige details, maar een aantal zaken moet u wel weten. Bloembollen en knollen zijn  de enige sierplanten die gedurende een wat langere tijd droog kunnen worden bewaard. We bedoelen daarmee dat ze niet in de grond hoeven te staan om te kunnen overleven. Een bloembol of een knol is gevuld met reservevoedsel en daar kan hij in de rustperiode, afhankelijk van de soort zomer of winter, prima op teren. Bovendien stelt het de gewassen in staat om na het planten snel boven de grond te komen en zich tot bloeiende plant te ontwikkelen. In sommige opzichten, zeker als we ze laten verwilderen zoals bij de meeste in het voorjaar bloeiende planten mogelijk is, zijn het eigenlijk vaste planten. Ze komen in het voorjaar boven de grond, bloeien, vormen zaad, sterven boven de grond af en overwinteren onder grond, net als die andere kruidachtige planeten die we vaste planten noemen.

Bloembollen kopen

Bollen hebben verschillende vormen en ook de grootte loopt sterk uiteen. Een sneeuwklokbolletje bijvoorbeeld is heel klein, maar de bol van een keizerskroon is weer heel groot. De grootte van de bol heeft niets te maken met de kwaliteit, maar wel mag u van de grotere bollen een zwaardere plant met grotere of meerdere bloemen verwachten.

De bolmaten worden opgegeven in ziftmaten. Een gangbare ziftmaat voor tulpen is bijvoorbeeld 11-12. Dat betekent dat de omtrek van de bol tussen de 11 tot 12 centimeter zit. Naast de maat zijn nog andere kwaliteitsaspecten van belang. Een bol moet stevig aanvoelen, verrotte plekken mogen niet voorkomen. Met name bij tulpen is de huid vaak gescheurd of zelfs geheel of gedeeltelijk verdwenen. Dat hoeft geen probleem te zijn, mits het witte weefsel onder de huid er goed uitziet.

Bollen kunt u het beste tijdig kopen, dan is er nog voldoende keuze. Het kan zijn dat er niet direct na aankoop geplant wordt, omdat bijvoorbeeld de eenjarige nog rijk staan te bloeien.  Als bollen tijdelijk bewaard moeten worden, moet dat gebeuren in een goed geventileerde ruimte bij een temperatuur tussen de 18 en 20 graden. Direct zonlicht moet worden voorkomen. Haal de bollen uit de verpakking en bewaar ze niet in gesloten plastic zakken, want dan wordt alles nat en gaan ze rotten. Er zijn bollen die geen beschermende huid hebben die uitdroging kan voorkomen. Zulke bollen noemen we dan naakt (lelies, Spaanse boshyacinten en kievitsbloemetjes) en worden vaak aangeleverd in zakjes waarin houtmot zit.

Bloembollen en knolgewassen planten

Hierbij onderscheiden we drie perioden. De bollen die in het voorjaar bloeien, worden in het daaraan voorafgaande najaar geplant. Half oktober tot eind november is het meest geschikt. Maar mits de bollen goed worden bewaard, kan het ook wat later, in december zelfs. Sneeuwklokjes worden bij voorkeur al eind september geplant, dit om het eerste jaar al van wat bloei te genieten. Het vroeg planten van de meeste andere soorten heeft weinig zin. De kans dat de bollen dan al voor de winter boven de grond komen is groot en vaak lopen de bladeren daardoor ernstige schade op.

De tweede plantperiode ligt in het vroege voorjaar. Afhankelijk van de vorstgevoeligheid en plantdiepte wordt in maart-april-mei geplant. De gladiool die zo’n 7 centimeter diep wordt geplant, als eerste, de dahlia als tweede en de uiterst gevoelige knolbegonia als derde. De derde plantperiode valt in de maanden augustus-september. In die periode worden de najaarbloeiers zoals Colchicum geplant. Vrijwel onmiddellijk daarna komen ze in bloei.

Er is enige discussie over de diepte die we aan dienen te houden bij het poten van de gewassen. De ervaring leert dat het niet heel erg nauw komt. Als vuistregel kan het beste een diepte van tweemaal de hoogte van de knol of bol worden aangehouden. De aanwijzingen op de verpakking kunnen eventueel ook aangehouden worden, als u deze nog voor handen heeft.

Bodem en bemesting

Bollen groeien in elke normale tuingrond. Wateroverlast, met name in de winterperiode, kan tot gevolg hebben dat de bollen gaan rotten. Heel zware grond kan luchtiger worden gemaakt door er zand, compost of tuinturf door te mengen. Als de bollen slechts eenmaal worden gebruikt, kan bemesting achterwege gelaten worden. Als ze jaren blijven staan, is wat extra voedsel nodig. Geef in het voorjaar wat 12-10-18 kunstmestkorrels. Kleinere bolgewassen die verwilderen zijn dankbaar voor een jaarlijkse compostgift.

Verwijder na de bloei de uitgebloeide bloemen van tulpen, narcissen en hyacinten. Laat kleinere bolgewassen zoveel mogelijk met rust. Niet harken of schoffelen en afgevallen blad kunt u gerust laten liggen.

 

Voorjaarsbloeiers

Sneeuwroem Chionodoxa forbesii ‘Blue Giant’

Sneeuwroem, Chionodoxa forbesii ‘Blue Giant’, bloeit al in maart en is daarmee één van de eerst bloeiende bloembolsoorten. De bloemetjes zijn maar klein, maar groot in aantal en met een kleur alsof de hemel op aarde is gevallen. Chionodoxa forbesii ‘Blue Giant’ wordt ongeveer 10-15 cm hoog en kan uitstekend toegepast worden als verwilderingsgewas onder struiken of in de voorrand van de border. Per m2   zo’n 25 tot 50 bolletjes aanplanten. Dit weinig kostende bolletje verdient het om meer aangeplant te worden. Aan de zaden Chionodoxa zit een ‘mierenbroodje’ wat er voor zorgt dat elk gevallen zaadje door de mieren meegenomen worden. Het ‘zoete broodje’ wordt opgepeuzeld en het bittere zaadje is geplant!
Chionodoxa forbesii ‘Blue Giant’ komt van origine voor op het eiland Kreta en in Turkije. Sneeuwroem behoort tot de hyacintenfamilie.

 

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Goed doorlatende, licht vochtige grondVochtigheid
Normaal

 

Standplaats
Zon en lichte schaduwHoogte
10-15 cm
Blad / loof
Blad verliezend 
Bloemkleur
BlauwBloeitijd
Februari-maart
Bijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Krokus Crocus vernus ‘Pickwick’

Krokus, Crocus vernus ‘Pickwick’, is een vrolijke voorjaarsbloeier. De bekendste  krokussen zijn de zogenaamde tuinhybriden, afstammend van Crocus vernus. Deze groep onderscheidt zich door de grotere bloemen in diverse tinten. (wit-creme-geel-oranje-paars-violet) Voor tuinbeplanting is oktober-november de meest geschikte tijd. Plantdiepte 5-7 cm en plantafstand 8 cm. Krokus doet het prima in de border of in het gazon. Voor het planten in het gazon dient eerst de graszode uitgestoken te worden. Dan de bollen in de grond planten en vervolgens de zode weer aansluiten. Voor verwildering onder bijvoorbeeld loofhout, zijn de botanische soorten beter geschikt. Botanische krokussen hebben een kleinere bloem.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Goed doorlatende, normale tuingrondVochtigheid
Normaal

 

Standplaats
Zon  schaduw; onder bomen of struikenHoogte
10-20 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Parelgrijs met lilablauwe strepen

Bloeitijd

Februari-aprilBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

Winterakoniet Eranthis hyemalis

Winterakoniet, Eranthis hyemalis, is een echte voorjaarsbode. De winterakoniet is een plant die bloeit in de maanden maart-april als de honingbijen er voor het eerst weer op uit trekken. Het is een redelijk goede leverancier van stuifmeel en nectar. Honingbijen hebben ook in het vroege voorjaar behoefte aan stuifmeel. De winterakoniet heeft prachtig gele bloempjes die staat op een kraag van groene blaadjes en is 5 tot 15 cm hoog. De winterakoniet behoort tot de ranonkelfamilie. Winterakoniet zaait zich gemakkelijk uit, maar vermeerdert zich ook door de wortelstokken. Zo kunnen mooie plakaten van gele bloemen ontstaan die het goed doen in de schaduw onder bomen en struiken. Naast de andere bolgewassen vormen zij een mooie aanvulling in het kleurenpalet van de voorjaarstuin. De bladeren vormen een rozet. Na de bloei mag de plant bemest worden met aangepaste meststoffen voor bloembollen of beendermeel.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Goed doorlatende, licht vochtige humusrijke grondVochtigheid
Normaal

 

Standplaats
Lichte schaduw; onder bomen of struikenHoogte
10-15 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Geel
Bloeitijd
Februari-maartBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Keizerskroon Fritillaria imperialis ‘Lutea’

Keizerskroon, Fritillaria imperialis ‘Lutea’, zorgt voor grote statige bloemen die zeer decoratief zijn in de tuin.  De flinke bollen verspreiden een onaangename lucht. Vandaar ook de minder aantrekkelijke bijnaam ‘stinklelies’. Een aardige bijkomstigheid is dat deze geur muizen en mollen schijnt af te schrikken. De bloemen zelf ruikt u niet! Er zijn diverse soorten. Fritillaria imperialis ‘Duplex’ bloeit zelfs met twee kransen bloemen boven elkaar. Keizerskroon verlangt een zonnige standplaats met een voedzame en doorlatende grond. Als regel lukt het niet om ze lang goed te houden. Vermeerdering uit broedbolletjes. Planttijd is oktober.

Winterhardheid
Goed

Grondsoort
Humusrijke en doorlatende tuingrondVochtigheid
Licht vochtig 
Standplaats
ZonnigHoogte
80-100 cm
Blad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Geel – oranje

Bloeitijd

April-meiBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Kievitseitjes Fritillaria meleagris

Kievitseitjes, Fritillaria meleagris, lijkt in niets op z’n grote broer de keizerskroon. Naar de kievitseitjes moet je echt zoeken, vooral in de Nederlandse tuinen, waar ze toch eigenlijk veel te weinig aangeplant worden. De zeer sierlijke, klokvormige bloempjes zijn lilarood en vertonen een rode en witte tekening in schaakbordpatroon. Fritillaria meleagris ‘Major’ is in alle delen groter en heeft meer bloemen bij elkaar. Fritillaria meleagris ‘Praecox’ maakt witte bloemen. Vaak wordt een mengsel aangeboden.
Kievitseitjes groeien het best in de halfschaduw op vooral vochtige grond. Zelfs langs de rand van de vijver, waar de planten af en toe onder water staan, groeien ze uitstekend. Enige bedekking in de winter is wel aan te bevelen, hoewel die niet noodzakelijk is. Op geschikte plaatsen is verwildering mogelijk. Kievitseitjes vormen broedbolletjes. Ook door zaad is vermeerdering mogelijk. De beste planttijd is september-oktober.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Humusrijke tuingrondVochtigheid
Vochtig

 

Standplaats
Zon  schaduw; onder bomen of struikenHoogte
25-35 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Lilarood – roze – crème
Bloeitijd
April-mei

Bijzonderheden
Geen bijzonderheden

 

 

Sneeuwklokje Galanthus nivalis

Sneeuwklokje, Galanthus nivalis, is een van de eerste bloemen die verschijnt, en de winter wil laten verdwijnen. Zo’n dapper en lieflijk bloempje past en hoort eigenlijk in iedere tuin. De naam Galanthus is te danken aan de melkwitte bloempjes. Het Griekse woord ‘gala’ betekent melk en ‘anthos’ betekent bloem. Er bestaan erg veel soorten en rassen die vooral in Engeland veel verzameld worden. Er zijn veel verschillen in vorm, maar alle sneeuwklokjes hebben hangende witte bloempjes die tot 20 cm hoog kunnen worden. De meeste bloeien vroeg in het voorjaar, maar er zijn er ook die in de zomer of zelfs in de herfst bloeien!
Uit de grauwwitte bolletjes groeien de blauwgroene blaadjes. Vaak al in januari komen de witte, knikkende sneeuwklokjes tevoorschijn aan lange steeltjes. De binnenste bloemblaadjes hebben een groene vlek. Deze soort stamt uit Zuidoost-Europa.
Galanthus-soorten houden van goed vochtdoorlatende grond, die vochtig en humusrijk dient te zijn. Ze staan graag in de zon of in lichte schaduw. Veel soorten zijn bosbewoners. De grond mag vooral in de winter niet uitdrogen. Na de bloei gaan de planten in rust en het gevormde blad sterft af. Bij de herfstbloeiers verschijnt het blad pas na de bloei. Geef bij het uitlopen wat voeding en zorg er steeds voor dat de grond voldoende vochtig is. De planten vormt meestal goed zaad en zaaien zich uit, terwijl ze zich ook via nieuwe jonge bolletjes zich vermeerderen. Leuk voor verwildering onder bomen of struiken. Het kan een paar jaar duren voor sneeuwklokjes uitbundig gaan bloeien.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Goed doorlatende, licht vochtige grondVochtigheid
Normaal

 

Standplaats
Zon en lichte schaduwHoogte
15-20 cm
Blad / loof
Blad verliezend 
Bloemkleur
WitBloeitijd
Januari-maart
Bijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Hyacint Hyacinthus orientalis

Hyacint, Hyacinthus orientalis,is zowel de naam voor de plant Hyacinthus orientalis uit de leliefamilie als onderdeel van de naam van planten uit andere geslachten. Denk bijvoorbeeld aan het geslacht Scilla met de wilde hyacint (Scilla non-scripta), het geslacht druifhyacint (Muscari) met de kuifhyacint (Muscari comosum) alsmede de waterhyacint (Eichhornia crassipes) uit de waterhyacintenfamilie. Het geslacht Hyacinthus omvat slechts één soort, die voorkomt in het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied, namelijk de Hyacinthus orientalis. Deze hyacint wordt sinds de 16de eeuw in Nederland gekweekt voor de bol. De grondsoort die voorkomt in de duinstreek van Noord- en Zuid-Holland is hiervoor zeer geschikt. De hyacint is vooral om de heerlijke geur die zij verspreidt geliefd en het voorjaar dat hiermee wordt aangekondigd. De hyacint bloeit drie tot vier weken.
De hyacint houdt van een goed doorlatende, maar niet te zware vruchtbare tuingrond. Na twee jaar dienen de bollen vervangen te worden. Het is moeilijk om hyacinten in eigen tuin blijvend in goede conditie te houden voor de jaarlijkse bloei. Garantie van mooie en effectvolle bloei krijg je door elk jaar nieuwe bollen te kopen. Bij strenge winters kun je het beste beschutting geven, door bladeren of turf over het plantbed te leggen. Bemesten is niet nodig, ook niet als winterbescherming op de grond.

Winterhardheid
Goed

Grondsoort
Goed vochtdoorlatende vruchtbare tuingrondVochtigheid
Matig vochtig 
Standplaats
Zon tot halfschaduwHoogte
20-30 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Wit

Bloeitijd

April-meiBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Dwergiris Iris danfordiae

Dwergiris, Iris danfordiae,  is een soort met goudgele bloemen die bloeien in maart-april. De buitenste bloeslippen, zijn teruggeslagen en hebben een donkere tekening. Dwergiris, Iris danfordiae, doet zijn naam eer aan, want hij wordt niet groter dan 5 à 10 cm. Andere soorten kunnen tot 20 cm groot worden. Deze voorjaarsbloeier doet het uitstekend in combinatie met andere zeer vroege voorjaarsbloeiers zoals sneeuwklokjes, krokussen en winterakoniet.
Dwergirissen verlangen een goed gedraineerde, zandige grond en een beschutte zonnige standplaats.

Winterhardheid
Goed

Grondsoort
Zandige, goed gedraineerde grondVochtigheid
Normaal 
Standplaats
Beschutte zonnige standplaatsHoogte
5-10 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Geel

Bloeitijd

Februari-aprilBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Blauw druifje of druifhyacint Muscari armeniacum

Blauw druifje of druifhyacint, Muscari armeniacum, is een charmant bolgewas. Er zijn vele soorten verkrijgbaar en zeer geschikt voor verwildering. Muscari armeniacum  is een soort met een lagere bloemstengel, grotere bloemtrossen en hoger groeiend blad. Blauwe druifjes groeien het liefst in de halfschaduw op een niet te vochtige, eventueel zandige bodem. Hoe langer de bolletjes ongestoord staan, des te beter breiden zij zich uit. Dat gaat voornamelijk door broedbolletjes, maar het is ook mogelijk dat Muscari uit zaad te vermeerderen. Planttijd is oktober-november.

Winterhardheid
Goed
Grondsoort
Goed doorlatende, normale tuingrondVochtigheid
Normaal 
Standplaats
Lichte schaduw tot halfschaduw; onder bomen of struikenHoogte
15-20 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Blauw
Bloeitijd
Maart-aprilBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Narcis Narcissus ‘february gold’

Narcis, Narcissus ‘february gold’, bloeit in maart met volledig gele bloemen.
De bloemen van de narcis zijn er in verschillende soorten en maten, maar ze zijn altijd opvallend. Diverse soorten geuren verrukkelijk. Iedereen kent deze geliefde bloembol wel, die zichzelf enthousiast uitbreidt. Van nature komt hij ook in veel gebieden voor: Europa, Noord-Afrika, Zuidwest- en Oost-Azië.
Het verhaal over de naam Narcissus, de schone jongeling, is algemeen bekend. Narcissus werd verliefd op zijn eigen spiegelbeeld in het water en bleef net zo lang kijken tot hij dood was. Op die plaats groeide een narcis.
Narcissen houden van iets vochtige grond met voldoende humus in de bodem. In wat zwaardere schaduw groeien ze nog wel, maar bloeien slecht. Ze worden in oktober-november geplant, waarna de meeste kunnen verwilderen. Ze zijn volkomen winterhard. Knip na de bloei het blad niet af, omdat de bol via het blad voeding krijgt en kan opslaan voor het volgende seizoen. Tijdens de groei kunt u eventueel wat lichte voeding geven en als het in die periode droog is water geven.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Goed doorlatende, licht vochtige humusrijke grondVochtigheid
Licht vochtig

 

Standplaats
Lichte schaduw; onder bomen of struikenHoogte
20-25 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Geel
Bloeitijd
Maart-aprilBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Ranonkel Ranunculus asiaticus

Ranonkel, Ranunculus asiaticus, met pioenachtige bloemen is heel geschikt als snijbloem. Ranunculus asiaticus  heeft sterk gevulde bloemen en wordt meestal aangeboden in gemengde tinten. In de Gouden Eeuw waren er al honderden rassen en was de ranonkel veel belangrijker en geliefder dan de tulp. Ranunculus asiaticus heeft zeer kleine, vlezige wortelstokjes die in de handel als ‘klauwtjes’ betiteld worden. Deze worden 4 cm diep geplant op 6 cm afstand. Ranunculus asiaticus doet het goed op kleiachtige grond die steeds goed vochtig gehouden moet worden. De planttijd is april, want Ranunculus asiaticus is vorstgevoelig. De ‘klauwtjes’  moeten daarom ook in oktober worden gerooid en geplant worden in bloempotten die vorstvrij opgeborgen moeten worden of diep ingegraven.

Winterhardheid
Slecht

Grondsoort
Kleiachtige grondVochtigheid
Vochtig 
Standplaats
Lichte schaduwHoogte
20-30 cm
Blad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
wit-crème-geel-oranje-purper-violet

Bloeitijd

Mei-juniBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

 

Boshyacint of wilde hyacint Scilla non-scripta

Boshyacint of wilde hyacint, Scilla non-scripta is een prachtig bolgewas. Hij komt oorspronkelijk uit zuidelijk Europa en noordelijk Afrika. Het mooie lange blad wordt vaak langer dan de steel van de bloem. De favoriete plaats is in loofbossen, dus prima in de halfschaduw. De plant vermeerdert zich door zaadvorming en er worden bijbolletjes aangemaakt. Dus ook prima geschikt voor verwildering. Op zijn hoogtepunt, dat is dus in de bloeiperiode van maart tot eind mei, is de steel ongeveer 20 cm. Iedere bol kan meerdere stelen voortbrengen en aan iedere steel komen wel 20-25 bloemen van 2 tot 3 cm groot. De bloemen hangen als kleine klokjes naar beneden. Scilla is ook zeer geschikt voor potten op terras of balkon. Ook een plaatsje vooraan in de border of in een rotstuin is zeer geschikt. U kunt Scilla planten van augustus tot eind december. Denk er wel aan dat ze ieder jaar terugkomen en dat u ze dus op een plaats zet die echt de moeite waard is.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Goed doorlatende, licht vochtige humusrijke grondVochtigheid
Normaal

 

Standplaats
Lichte schaduw; onder bomen of struikenHoogte
20-25 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Blauw
Bloeitijd
Maart-meiBijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

Tulp Tulipa

Tulp, Tulipa het nationale Nederlandse bolgewas mag natuurlijk niet ontbreken in uw tuin. Dat is dan ook de reden dat we wat nader op de verschillende aspecten van deze plant ingaan. Dat is wel nodig ook want het assortiment is zeer uitgebreid. Vrijwel alle tulpen die in tuinen groeien zijn kruisingen. Door het hybridiseren werden de bloemen wel mooier en groter, maar ze verloren veel van hun natuurlijke groeikracht en resistentie. Het is dan ook een typisch eenmalig gewas geworden; een product van onze wegwerpmaatschappij. Tulpen worden gespreid aangeplant in de border van de tuin in groepjes van minimaal 6 tot maximaal 30 stuks. Omdat de bol bij u in de tuin niet hoeft te groeien, kunt u de groepjes op elke plaats zetten, dus ook in de schaduw. Wij hebben gekozen voor de volgende indeling:
1. Duc van Tol-tulpen. Lage en heel vroege tulpjes; bloemen met een spitse vorm en meestal rood. ‘Briljant Star’ was vroeger de bekendste kersttulp.

2. Enkele, vroege tulpen. Komen veel voor; hoogte 30-40 cm. Slanke bloem bloeit half april mooie tinten.
3. Gevulde vroege tulpen. Bloeit gelijktijdig met groep 2, maar zijn lager (20-30 cm) en gevuld.
4. Mendel-tulpen. Een kruising van groep 1 met de Darwin-tulpen (groep 6). Hoge tulpen met lange stelen, maar bloeien vroeger dan Darwin-tulpen; namelijk vanaf eind april. Tinten overwegend rood tot rozerood.
5. Triumph-tulpen. Een belangrijke groep en zeer geschikt voor tuinbeplanting. Sterke stelen met een lengte van 40-50 cm. De bloemen hebben een matte kleur en vaak een randje in een afwijkende kleur. Bloeitijd begin mei.
6. Darwin-tulpen. Hoge laatbloeiende tulpen in allerlei kleuren.
7. Darwin-hybride-tulpen. De bloembodems zijn niet hoekig, afmeting van de bloemen is zeer groot. Hoogte 50-60 cm en bloeitijd is mei.
8. Breeder-tulpen of Oudhollandse tulpen. De bloemen zijn eivormig op de Darwins gelijkend en met dezelfde bloeitijd. Matte teint en heel mooie, ‘oude’ kleuren.
9. Leliebloemige tulpen. Bijzonder sierlijke bloemvorm. De bloemblaadjes zijn spits en naar buiten gebogen. Bloeitijd is mei en de hoogte is 50 cm.
10. Cottage-tulpen of enkele late tulpen. Deze in mei bloeiende tulpen met een hoogte van 60 cm die niet behoren tot de hierboven beschreven soorten.
11. Rembrandt-tulpen. Gestreepte Darwin-tulpen.
12. Bizar-tulpen. Breeder-tulpen (groep 8) met donkere strepen op een gele ondergrond.
13. Parkiet- of papegaaitulpen. Grote bloemen met ingesneden en gekartelde bloembladen. Stelen zijn nogal slap. Hoogte 50-60 cm en bloeitijd half mei.
14. Gevulde late of Pioenbloemige tulpen. Zeer grote, gevulde bloemen die in mei bloeien. Ze zijn slecht bestand tegen de regen.
Naast deze soorten zijn er ook nog de botanische tulpen die steeds belangrijker worden. Alleen de tulpen uit de botanische groepen zoals kaufmanniana, greigii, fosteriana kunt u enkele jaren achtereen gebruiken. Maarals u de uitgebloeide bollen na een of twee seizoenen weggooit, dan kunt u niet zonder meer opnieuw tulpen op dat stukje zetten. De grond is ziek geworden. Wisselcultuur (pas na 4 jaar op dezelfde plaats tulpen) en grondvervanging zijn de beste methoden. Voor verwildering komen tulpen eigenlijk niet in aanmerking. Op heel geschikte grond kan het met enkele botanische soorten lukken. De vermeerdering gaat via broedbolletjes.

 

Zomerbloeiers

Sierui Allium schubertii

Sierui, Allium schubertii, heeft een grote, lichtroze bloem die als vuurwerk uiteen lijkt te spatten. Elke bloem heeft wel tweehonderd bloemsteeltjes met minibloempjes aan de uiteindes. De Allium schubertii heeft in al zijn glorie wel wat ruimte nodig. De doorsnede van haar bloemen is wel zo’n 25-30 cm. Door de jaren heen verspreidt de plant zich. Ook zeer geschikt voor in een pot op het terras. Er zijn echter veel méér soorten sieruien. De overbekende paarse bol op een hoge stengel Allium ‘Gladiator’ is daar een voorbeeld van. Daarnaast zijn er ook nog kleinere varianten en ook in de witte en gele kleur.

Winterhardheid
Goed tot redelijk

Grondsoort
Droge normale tuingrondVochtigheid
Normaal 
Standplaats
ZonnigHoogte
50-60 cm

Blad / loof
Blad verliezend 
Bloemkleur
Violet-roze

Bloeitijd

Mei-juni

Bijzonderheden
Decoratieve bloem en heerlijk geurend waar vlinders op af komen

 

Bloemriet Canna ‘Semaphore’

Bloemriet, Canna ‘Semaphore’, is een dwergcanna maar toch is het een forse bruinbladige cultivar met geeloranje, irisachtige bloemen. Bloemriet was in het begin van de vorige eeuw zeer populair. In alle goede tuinen, maar ook in openbare parken, kon men deze opvallende herfstbloeiers vinden. Tegenwoordig is het een uitzondering wanneer men de Canna ziet. Ze staan echter ook zeer decoratief in de moderne tuin. Ondanks de iets moeilijke cultuur, toch de moeite van het proberen waard. Deze subtropische en tropische plant komt zeer veel voor in de bekende Franse badplaats Cannes.
De bloemen van Canna ‘Semaphore’ zijn groter dan 12,5 cm. Voor een rijke bloei wordt een zonnige plek aanbevolen. Het blad is zeer decoratief en daarom is deze plant ook zeer geschikt om in royale potten te planten. In de border kan natuurlijk ook. Wel goed water geven.
Plant in maart de knolvormige wortelstokken van Canna ‘Semaphore’ in potten om ze voor te trekken. Na half mei mogen de planten naar buiten en kunnen dan eventueel in de border geplant worden. Een warm plekje is wel aan te bevelen.
Na de eerste navorst in het najaar het loof afsnijden. De knolvormige wortelstokken voorzichtig rooien en in droge turfmolm bij minimum 10o C laten overwinteren. De cultuur lijkt op die van dahlia’s.

Winterhardheid
Slecht

Grondsoort
Vruchtbare, iets leemachtige voldoende vochtige grondVochtigheid
Redelijk vochtig 
Standplaats
Zonnig en beschutHoogte
80-150 cm
Blad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Oranjegeel

Bloeitijd

Juli-oktober
Bijzonderheden
Decoratief blad 

 

 

Montbretia Crocosmia crocosmiiflora

Montbretia, Crocosmia crocosmiiflora is een kruising tussen Crocosmia Pottsii en Crocosmia aurea. De bladeren van Crocosmia crocosmiiflora  verkleuren mooi in de herfst. De bladeren zijn smal en wel tot 80 cm lang. De kleinbloemige Crocosmia is rond 1900 vanuit Zuid-Afrika in Europa geïntroduceerd en in de jaren ’50 kwam de eerste grootbloemige variant op de markt.
De naam Crocosmia is afgeleid van de Griekse woorden ‘krokos’ wat safraan betekent, en ‘osme’ betekent geur. Dus een plant met een safraangeur. Crosmia’s krijgen verschillende bloemen per steel en hebben zwaardvormige bladeren. Wanneer je Crosmia aanplant in de herfst is het belangrijk om ze het eerste jaar goed af te dekken tegen nachtvorst. Na een jaar zijn ze winterhard. Crosmia is een goede borderplant waar zij opvallen door hun kleur. Ook als snijbloem is Crocosmia zeer geschikt. Tijdens de bloei is de plant overladen met bloemen. Na de bloei verschijnen er decoratieve bessen aan de plant.
Crocosmia is na het eerste jaar volkomen winterhard, maar op vochtige gronden is het beter om de knollen in het najaar te rooien en gedurende de winter op een koele en droge plaats te bewaren. Op droge grond kunnen ze in de winter gewoon in de grond blijven zitten. Voor de zekerheid kun je ze afdekken met molm of dennentakken tegen strenge vorst. Knip de bloemen weg na de bloei. Als in het najaar het loof is verdord, kan dat ook weggesnoeid worden tot de grond, maar noodzakelijk is dat niet. In het voorjaar lopen de spruiten weer uit vanuit de knolvoet.

Winterhardheid
Goed; let op 1e jaar

Grondsoort
Lichtzure of normale tuingrondVochtigheid
Normaal 
Standplaats
Zonnig; liefst tegen zuidmuurHoogte
30-60 cm

Blad / loof
Blad verliezend 
Bloemkleur
Oranje

Bloeitijd

September-oktober

Bijzonderheden
Bessen na de bloei

 

Dahlia

De dahlia is een favoriete bloeier en is helemaal terug als tuinplant. Dahlia’s bloeien in de zomer tot aan de herfst. Het is een knolgewas. Je plant de knol pas in mei als de kans op nachtvorst weg is. Dahliaknollen zitten vol vocht en daarom bevriezen ze snel. Dahlia’s kunnen ook door stekken vermeerderd worden.
Dahlia’s werden vroeger vooral gekweekt als snijbloem, kwekers letten toen niet op de grootte van de plant en de bloem. Bij nieuwere soorten is ook het blad en de stevigheid van de plant belangrijk. De keuze in bladkleur is enorm. Vanwege de grote diversiteit worden de dahliaplanten ingedeeld in de volgende verschillende soorten:

  • Enkelbloemig
  • Anemoonbloemig
  • Halskraagdahlia
  • Waterlelie
  • Decoratief
  • Bladdahlia
  • Pompondahlia
  • Cactusdahlia
  • Semi-cactus en ‘overige’: in deze groep zitten de nieuwste soorten

Alle dahlia’s zijn ideaal als snijbloem. Hoe meer bloemen je knipt, hoe langer ze bloeien. Knip dus vaak en veel om boeketten te maken. De grootbloemige soorten dienen ondersteund te worden met een plantensteun. Door het gewicht van de bloemen worden de planten topzwaar. Knip ook om de bloei te stimuleren de uitgebloeide bloemen regelmatig weg.

Dahlia’s plant je in mei. Geef ze een plekje in de ochtendzon met voedzame grond. Meng wat organische mest en grond door het plantgat. Neem indien nodig maatregelen opdat slakken de jonge scheuten niet opvreten. Als de dahlia’s ongeveer 20 cm groot zijn, knip je de topjes uit de koppen. De planten gaan hierdoor goed vertakken en geven daardoor meer bloemen. In droge periodes regelmatig water geven.

Dahlia’s komen laat op gang en daarom is het verstandig om de planten voor te trekken in bloempotten. Pot in februari-maart de knollen en zet ze in de tuinkas, en zorg dat ze voldoende licht krijgen zodra ze boven de grond uit komen. Vanaf mei kunnen de planten naar buiten. Zet ze eventueel met pot en al in de border of op het terras. In de zomer zijn bepaalde soorten ook in pot gekweekt te koop.

Tot ver in oktober blijven dahlia’s bloeien. Ze kunnen wel een of twee koude nachten hebben, maar daarna moet je ze oprooien en vorstvrij laten overwinteren. Schep de knollen voorzichtig uit. Knip de stengels af en laat ongeveer 15cm stengel aan de knol over. Rol de knollen in oude kranten en leg ze op een donkere plek weg. Verpak ze niet in plastic, want dan gaan de knollen schimmelen en verrotten. Opkuilen in een kist met droge turfmolm is ook een manier om de knollen te laten overwinteren. In de winter hoeven de knollen geen water, ze zullen hierdoor wel wat indrogen. Zodra de temperatuur weer stijgt en je de knollen gaat uitplanten, nemen ze weer vocht op en beginnen ze te groeien. Plant bijvoorbeeld op de plaats van de dahlia bloembollen die in het voorjaar bloeien en die je in mei weer oprooit na hun bloei.

 

Gladiool of zwaardlelie,  Gladiolus nanus ‘Prins Claus’

Gladiool of zwaardlelie, Gladiolus, is een geslacht met ongeveer 300 soorten. De bloem staat voor overwinning, trots en bewondering. Geen wonder dan ook dat dit de meest populaire bloem is tijdens de binnenkomst van de Nijmeegse vierdaagse. Het Latijnse woord ‘gladius’ staat voor ‘zwaard’. Gladiolus is een niet-winterharde bloeiende bolvormende plant. De meest oorspronkelijk soorten komen uit Zuid-Europa, Azië, West- en Zuid-Afrika. De gekweekte hybride soorten worden aangeboden in bijna alle mogelijke kleuren. Gladiolen zijn goede planten voor de gemengde border, maar is ook geschikt als snijbloem. De bladeren zijn overwegend donkergroen, slank en lopen uit in een punt. De bloemen staan in twee rijen aan een dikke bloemstengel en kijken allemaal dezelfde kant op. Elke bloem staat net iets hoger dan zijn voorganger.

Bij sommige varianten staan de bloemen zeer dicht op elkaar, bij andere soorten iets verder uiteen. Elke bloem heeft zes bloemdekbladeren die in twee kransen staan. Gladiolen kan men vermeerderen door zaad en via de ‘kralen’ die aan de voet van de bollen groeien. ‘Kralen’ die minstens de grootte van een erwt hebben, zullen tussen één tot drie jaar bloeibare bollen opleveren. De bollen worden tussen midden april en midden mei gepoot op 15 cm diep en bij zware grond op 10 cm. Zorg ervoor dat de basis van de bol stevig in de grond staat en leg ze in zware grond op een bedje van scherp zand, zodat de afwatering beter is. Plant de bollen niet te ondiep, vanwege de stevigheid.

Als je de bollen plant met twee weken verschil, dan heb je de hele zomer bloeiende gladiolen in de tuin. Kweek je de gladiolen specifiek voor snijbloemen, plant ze dan in enkele of in dubbele rijen met een onderlinge afstand van zo’n 30-40 cm. Laat tussen de enkele rijen minstens 45-60 cm open en tussen dubbele rijen 30 cm met een breed pad van 60-100 cm. Snijd de bloemen af wanneer de eerste bloem uitkomt en laat tenminste vier bladeren staan, om nieuwe bollen te krijgen. Schoffel niet en geef geen bemesting tot de jonge scheuten zichtbaar zijn. Schoffel daarna ook niet te diep, maar wel dikwijls om de grond luchtig te houden en het onkruid in bedwang te houden.

De jonge scheuten hebben ook graag een kunstmestoplossing. De eerste 8 à 10 weken na de aanplant hoef je ook geen water te geven, maar na die 8 à 10 weken mag dat wel, vooral in droge perioden. Als de bladeren geelbruin worden, meestal midden oktober, dan kunnen de planten uit de grond gehaald worden. Doe dat voorzichtig zodat de bollen niet beschadigd worden. Zorg er voor dat de bollen gerooid zijn voor de eerste echte vorst. Verwijder alle grond. Snijd de stengel 1 cm boven de bol af. Laat de bollen 5-7 weken drogen in een droge en goed geventileerde ruimte. Bewaar de bollen daarna op een koele, maar vorstvrije plaats. Gladiolen zijn er in verschillende hoogtes. De dwergladiolen en de nanus-soorten zijn het meest geschikt als borderplant.

Winterhardheid
Slecht

Grondsoort
Goed vochtdoorlatende tuingrond die niet te zwaar isVochtigheid
Matig vochtig 
Standplaats
ZonnigHoogte
60-80 cm
Blad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Roze en wit

Bloeitijd

Augustus-september
Bijzonderheden
Geen bijzonderheden 

 

 

Lelie Lilium speciosum

Lelie, Lilium speciosum, is een van de mooiste uit Japan afkomstige leliesoort.
Lelies zijn buitengewoon mooie bloemen. De bloeitijd varieert van juni tot september. Wilt u succes met lelies in uw tuin, let dan op het volgende. De meeste lelies groeien het best in lichte schaduw, van een ijle boom bijvoorbeeld. De grond moet voor de meeste soorten zuur zijn en bestaan uit een mengsel van bladaarde, zand en goed verteerde compost. Onder deze laag moet een drainagelaag van puin, afgedekt met grind aanwezig zijn.

In de zomer geeft u lelies bij droogte kalkarm water. In de winter en in natte periodes kan een te veel aan vocht in de drainlaag wegzakken. Verschillende soorten lelies maken ook boven de bol wortels. Ook hier moet dus goede, humusrijke grond zitten. De juiste plantdiepte varieert van 8-20 cm. Tegen strenge vorst moeten sommige soorten met een laag blad beschermd worden. Ook ’s zomers moet de grond bedekt blijven. Vermeerdering van lelies, door deling van de bollen, uit schubben, via stengelbolletjes en uit zaad.

 

Winterhardheid
Goed

Grondsoort
Licht zure, humusrijke tuingrond. Goed doorlatendVochtigheid
Normaal 
Standplaats
Lichte schaduwHoogte
90-200 cmBlad / loof
Blad verliezend

 

Bloemkleur
Roze met lichte rand

Bloeitijd

Augustus-september
BijzonderhedenGeen bijzonderheden

 

Klaverzuring Oxalis vespertillionis

Klaverzuring, Oxalis vespertillionis, behoort tot de familie van de zogenaamde geluksklavertjes.
De bolletjes worden in het voorjaar geplant. De maanden maart en april zijn het meest geschikt. Oxalis vespertillionis vraagt een zonnige plaats in de tuin anders komen er geen of weinig bloemetjes. Het is ook mogelijk om Oxalis vespertillionis in bloempotten voor op het terras te planten. In oktober moeten de knolletjes gerooid worden. Ze kunnen in de winter het best bewaard worden in droge turfmolm. In het voorjaar kunnen ze weer opnieuw geplant worden. Vermeerdering door broedbolletjes.

Winterhardheid
Slecht

Grondsoort
Normale tuingrondVochtigheid
Normaal 
Standplaats
ZonnigHoogte
10-20 cm

Blad / loof
Blad verliezend 
Bloemkleur
Rood – violet – roze

Bloeitijd

Mei-augustus

Bijzonderheden
Geen bijzonderheden

 

Herfstbloeiers

Herfsttijloos Colchicum autumnale

Herfsttijloos, Colchicum autumnale, is een zogenaamde droogbloeier. Dat betekent dat de knollen ook zonder water en grond bloemen kunnen produceren. In de volle grond buiten zal de bloemkleur echter wel iets mooier zijn. Droogbloeiers zijn echt leuke weggevertjes. De meeste soorten bloeien in de herfst, daarna kunnen ze buiten worden geplant.
Colchicum autumnale is de echte herfsttijloos en alle andere soorten Colchicum worden tijloos genoemd. Colchicum bulbocodium met licht violette bloemen die al in februari bloeien.
Alle soorten houden van vrij zware, vochthoudende grond. Planten op 10-20 cm diepte met een afstand van 15-20 cm. Het blad ontwikkelt zich in het voorjaar. In augustus kunt u de knollen weer opgraven voor kamergroei, maar u kunt ze ook gewoon in de grond laten zitten.

Winterhardheid
Goed

Grondsoort
Zware vochthoudende grondVochtigheid
Vochtig 
Standplaats
Zonnig tot lichte schaduwHoogte
10-20 cm

Blad / loof
Blad verliezend 
Bloemkleur
Paars-violet

Bloeitijd

September-oktober

Bijzonderheden
Droogbloeier

 

Alpenviooltje of varkensbrood Cyclamen hederifolium

 

Alpenviooltje of varkensbrood Cyclamen hederifoliume, die doorgaans in het najaar groeien, kan ook in het voorjaar bloeien. Cyclamen vallen flink op met hun bloemen of hun sterk getekende bladeren. Het zijn geschikte plantjes om onder licht struikgewas of bomen te plaatsen. Ze staan dan uit de felle zon. Je herkent Cyclamen makkelijk doordat ze allemaal een zilverachtige tekening op hun bladeren hebben. De blaadjes hebben een omgekeerde hartvorm en blijven meestal tot het voorjaar decoratief. Na de bloei krullen de bloemstengels naar beneden en na enige tijd breken de zaaddozen open en kunnen er kiemen ontstaan. Je hoeft echter niet bang te zijn dat je tuin over enkele jaren helemaal vol staat met cyclamen, want muizen en slakken eten die kiemen ook vaak op.

De naam Cyclamen komt van ‘kuklos’, het Griekse woord voor ‘ cirkel’. Dit duidt zowel op de ronde vorm van de knol als op de ronde groeiwijze. Op verschillende plaatsen komen Cyclamen in het wild voor. Cyclamen hederifolium wordt ook wel neapolitanum genoemd. Het is een herfstbloeier. Deze soort bloeit als enige, voordat er bladeren aan de plant komen. De wortels komen uit de bovenkant van de knol en groeien dan zijwaarts. De bladeren lijken een beetje op die van klimop (Hedera). Na de bloei blijven de bladeren tot het volgende najaar groen.

Een schaduwrijke plek en een goed gedraineerde, kalkvrije grond worden door Cyclamen op prijs gesteld. Na de bloei werken de knollen zich omhoog. Dek de planten daarom jaarlijks af met compost of tuinaarde. Het dekmateriaal moet luchtig zijn om rotting van de knolletjes te voorkomen. Om het bloeifestijn in het najaar een beetje in de hand te werken, kun je in het najaar wat compost of verteerde bladaarde met kalk aan Cyclamen geven.

Winterhardheid
Goed

Grondsoort
Kalkvrije, humusrijke, goed gedraineerde tuingrondVochtigheid
Droog tot matig vochtig 
Standplaats
HalfschaduwHoogte
25 cmBlad / loof
Wintergroen

 

Bloemkleur
Witroze

Bloeitijd

September-novemberBijzonderheden
Geen bijzonderheden