Fruitbomen snoeien
Uw fruitbomen snoeien is heel eenvoudig door u zelf te doen. Om een fruitboom te kunnen snoeien is wel een basiskennis van de fruitboom noodzakelijk. Jonge uitlopers of twijgen kunnen we in twee verschillende groepen plaatsen: kortloten en langloten. Voor het krijgen van vruchten aan de boom zijn kortloten onmisbaar. Kortloten zijn een paar centimeter lang en dichtbezet met bladeren.
De vorm en groei van de fruitboom kun je sturen door middel van het snoeien van de langloten. Als u een langlot afknipt tot vlak boven een knop, zal de twijg verder groeien in de richting van de knop. Het is normaal gesproken beter om niet te kort boven een naar binnen groeiende knop af te knippen. De twijg zal vervolgens naar binnen gaan groeien wat nadelig is voor een goede en gezonde vruchtvorming. De fruitbomen hebben baat bij een open en luchtige vorm.
Indien u een vruchtboom wilt hebben die een goede oogst garandeert, is het belangrijk te letten op welke onderstam de boom is geënt. Op het label van de boom staat naast de rasnaam ook vermeld op wat voor onderstam de boom groeit.
Fruitbomen snoeien – snoeiperiode
De snoei van fruitbomen kan in de periode tussen november en maart. Het is belangrijk dat de boom nog geen nieuwe bladeren heeft gevormd. Snoei nooit tegelijkertijd al uw fruitbomen. Ziekten kunnen zich dan snel verspreiden. Mocht u uw gereedschap goed kunnen desinfecteren en gebruikt u wondafdichtmiddel, dan is het wel mogelijk.
Fruitbomen snoeien – methodiek
Het snoeien van fruitbomen is erg afhankelijk van de diverse soorten. Door vatbaarheid voor verschillende ziektes en zeer gevarieerde manier van vruchtdragen is het onmogelijk hier een algemeen stuk over te schrijven. Om die reden heb ik gekozen fruitbomen weer onder te verdelen per soort. De appelboom en perenboom hebben vanwege hun wat complexere snoei een aparte pagina die u kunt bereiken door op de link te klikken.
Kers en morel
In tegenstelling tot kersen leveren morellen de meeste vruchten op eenjarige takken. U kunt de scheutgroei bevorderen door veel te snoeien. Vooral na de vruchtdracht kunt u veel eenjarige scheuten verwijderen.
Laat bij kersen voldoende oud hout zitten, zodat u de vruchtdracht niet negatief beïnvloedt. Bij hoogstambomen moet u regelmatig dunnen, zodat er voldoende licht in de boom kan vallen. Bij leivormen kunt u de uitlopers tot op drie of vijf knopen terug knippen. Het verschil tussen blad en bloemknoppen is gemakkelijk te zien: bij de bloemknoppen zitten er meerdere knoppen dicht bij elkaar.
Perzik en abrikoos
Het snoeien van perzikbomen gaat op min of meer dezelfde wijze als bij de kers en morel. Snoei perzikbomen niet te sterk, anders zullen ze te veel nieuwe loten produceren. Oudere takken dragen bijna geen vruchten meer. Dit houdt in dat u vervangingssnoei moet toepassen: als u jaarlijks een aantal oudere takken wegneemt, krijgt de boom de kans om jonge scheuten aan te maken.
Kleinfruit
Veel mensen kweken klein fruit in hun tuin. Tot het kleinfruit behoren druiven, frambozen, Amerikaanse bosbessen, rode en witte bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen, Japanse wijnbessen en leimorellen. Hieronder wordt per soort omschreven hoe u ze moet snoeien.
Druif
Haastige mensen die binnen twee uur druiven willen plukken, kunnen maar beter niet aan de druiventeelt beginnen. Druiven moeten al vanaf het begin rigoureus worden gesnoeid. De jong aangeschafte plant moet bij het planten tot 30 centimeter boven de grond worden afgeknipt. In het eerste groeiseizoen moet de plant op 2 meter hoogte worden getopt. Alle zijtakken die beginnen te groeien, moeten tot op twee bladeren worden teruggeknipt. Pas in het derde jaar mag de druif tot 3,50 meter groeien. Zijtakken mogen echter nog steeds niet langer worden dan één meter. Uiteraard moeten alle uitlopers die wel blijven zitten aan de plant continu opgebonden worden.
Door de druif op deze manier op te kweken krijgt de rank veel ogen, waar ook veel druiven aan zullen komen te groeien. Bij de volwassen druivenranken snoeit u alle takken op twee bladeren van de bloemtrossen. De groeikracht gaat zo naar de tros en niet naar de tak. Druiven snoeit u vanaf het moment dat het blad is gevallen tot begin januari. Door strenge vorst kunnen de takken na de snoei nog invriezen. U kunt de daaruit resulterende schade beperken door de takken niet te dicht boven een knop af te knippen.
Framboos
De meest voorkomende zomerframbozen vereisen een andere snoei dan de herfstdragende frambozen. Snoei de jonge stokjes van de zomerframbozen tot op een hoogte van 30 centimeter boven de grond terug. Nieuwe scheuten groeien in het eerste seizoen vanuit de grond. In de herfst kunt u de stokjes van 30 centimeter tot op de grond afknippen. Het volgende jaar zullen de nieuwe scheuten vrucht dragen en komen er weer nieuwe scheuten vanuit de grond.
Na de vruchtdracht kunt u de uitgedragen takken verwijderen en laat u per plant ongeveer vijf van de nieuwe grondscheuten zitten. Verwijder vooral de grondscheuten die te ver uit de rij groeien, zodat u later gemakkelijk de vruchten kunt plukken. De herfstdragende framboos draagt vruchten op eenjarige scheuten. Hierdoor kunt u de scheuten na de vruchtdracht in zijn geheel wegnemen. Dit gebeurt dus laat in de herfst of vroeg in het voorjaar.
Amerikaanse bosbes
De Amerikaanse bosbes is een soort die veel minder wordt aangeplant dan bijvoorbeeld de rode en zwarte bes, aangezien hij zure en vochthoudende grond vereist. De eerste jaren na het aanplanten hoeft u deze bessen niet te snoeien. U hoeft alleen op de vorm te letten. Als een tak sterk naar binnen groeit, moet u hem wel verwijderen. Latere snoei beperkt zich tot het weghalen van enkele grotere tak. Snoei geen jonge twijgen weg, vanuit hier groeien namelijk de grootste bessen.
Rode en witte bes
Wat betreft de snoei van de rode en witte bessen maakt het weinig uit of de planten als struik of op stam zijn gekweekt. In de winter moet u takken die elkaar kruisen binnen de struik wegknippen. De struik moet namelijk open blijven. Snoei eventueel nog enkele takken tot aan de basis terug. Om de struiken te fatsoeneren, kunt u ook een aantal van de buitenste, tamelijk horizontaal groeiende takken terugknippen. In de zomer kunt u de zijtakjes inkorten tot op 5 bladeren. Op deze manier wordt de vruchtproductie in het volgende jaar bevorderd.
Zwarte bes
Zwarte bessen zijn ook in de winter direct te herkennen aan hun geur. De struiken mogen absoluut niet verwaarloosd worden. Bij verwaarlozing groeien ze wild uit en wordt de vruchtdracht minder. De vruchten komen alleen aan de jonge twijgen. U hoeft daarom alleen ’s winters de gehele struik uit te dunnen. Het verwijderen van een of enkele oude takken uit het centrum van de struik tot aan de basis is voldoende.
Kruisbes
Kruisbessen zijn geschikt voor de kleinere tuin: de planten zien er verfijnder uit dan bijvoorbeeld aalbesplanten. Een struik met 8 tot 10 takken is ideaal. Verwijder in de bladloze periode steeds de oudste takken. In de zomer kunt u de zijscheuten terugknippen tot op 10 cm lengte. Denk er bij de aanplant van nieuwe struiken aan dat ze niet dieper mogen worden geplant dan toen ze op de kwekerij stonden. Bij diepere planten ontstaan meer scheuten vanuit de grond, waardoor de struik de neiging heeft dicht te groeien, wat resulteert in meer snoeiwerk.
Braam
Stekelige bramen snoeien is geen pretje. De stekelloze rassen zoals de ‘Thornfree’ en ‘Thornless Evergreen’ maken snoeien een stuk gemakkelijker. Bramen hebben de neiging snel te verwilderen. Jaarlijkse snoei is daarom absoluut noodzakelijk. Het is onmogelijk om los groeiende struiken goed bij te houden. Span daarom stevige draden waartegen u de scheuten kunt aanbinden. U kunt ze ook goed langs een latwerk of draden tegen een muur op het oosten of westen laten groeien. De takken waar vruchten aan zaten, kunnen in de herfst volledig worden teruggesnoeid. De jonge scheuten die in de zomer zijn gegroeid, blijven zitten en moeten worden geleid. Als de struik te veel scheuten heeft geproduceerd, kunt u daar zonder bezwaar een paar van wegknippen.
Hazelnoot
Houd de vorm van een hazelnoot luchtig door bij de jonge struik de doorgaande hoofdstam terug te nemen. In de volgende jaren kunt u steeds een van de oudste takken verwijderen. De struiken hebben de neiging veel scheuten te vormen, die rechtstandig uit de grond komen. Van de takken die vruchten gaan vormen, kunt u in de zomer de zijtakken terugsnoeien tot op 10 centimeter.
Vijg
Het is een misvatting dat een vijg vorstgevoelig is, maar toch kunt u hem maar beter in de beschutting van een muur planten. Rijpe vijgen kunt u alleen verwachten in de warmste zomers. De jonge plant heeft een goede begeleiding nodig. Knip de nieuw gevormde scheuten steeds tot een derde in; de bovenste knop moet naar buiten wijzen.
Bij oudere planten beperkt de snoei zich tot het verwijderen van een tak die langs een andere tak schuurt. Ook diep ingevroren takken en dood hout kunnen tot op een vork worden weggeknipt. U kunt vijgen ook leiden. Aangezien het behoorlijk lastig is om een vijg te leiden, kunt u het beste voor een onregelmatige waaiervorm kiezen. Bind de scheuten al aan als ze nog jong en buigzaam zijn.