Moestuin aanleggen

Hoe kunt u zelf een moestuin aanleggen?

Een moestuin aanleggen is niet alleen leuk, maar kan – indien u het goed doet – ook wat opleveren. Tegenwoordig is het weer helemaal in om zelf groente, fruit en kruiden te kweken. Maar hoe start u met een moestuin en waar moet u op letten voordat u begint?

In 4 stappen leert u over de aanleg van een moestuin. Vervolgens kunt u zelf een moestuin aanleggen!

  1. Bepaal de ligging
  2. Teeltplan
  3. Voedingsbodem
  4. Zaaien

1. Moestuin aanleggen – ligging

Voor de meeste groenteplanten is een beschutte plek in de zon de ideale plek in de tuin om te groeien. De beschutting moet koude wind weghouden, waardoor planten goed kunnen groeien door de warmte van de zon. Bij het aanleggen van de bedden moet u ervoor zorgen dat deze van noord naar zuid lopen. Op deze manier kan de zon de planten aan alle kanten goed van licht voorzien.

Een ander vereiste voor de groei is water. Veel planten doen het goed in een bed dat voldoende vocht vasthoudt, maar goed afwatert als er veel neerslag is gevallen. Water kan er voor zorgen dat de planten gaan rotten. Dus zorg ervoor dat de grond goed gespit is. Het kan ook helpen het bed licht af te laten lopen naar één kant, water kan dan wegvloeien bij hevige regenval.

2. Moestuin aanleggen – teeltplan

Een moestuin aanleggen kunt u niet doen zonder een weloverwogen plan. Voordat u begint is het erg belangrijk te bepalen welke planten u wilt gaan kweken. Hiervoor stelt u een teeltplan op. Elke plant vereist haar eigen kweek, grondsoort, ruimte en ligging. Een aantal planten kunt u al erg vroeg in het voorjaar zaaien in een kas of binnen in bakjes op de vensterbank. Begin dus op tijd te kijken naar welke plantjes u dit jaar wilt gaan kweken.

Om ervoor te zorgen dat groenteplanten een grote opbrengst hebben en gezond blijven, is het nodig om wisselteelt toe te passen. Ziektekiemen bouwen zich in de loop der jaren op. Het tijdig wisselen van bed voorkomt deze ziektes. Bovendien nemen de planten vaak dezelfde soort meststoffen op uit de grond. Hierdoor zal, naarmate planten langer op hetzelfde stukje grond staan, de groei en dus de opbrengst teruglopen. Er zijn ook gewassen die juist weer meststoffen afscheiden, zoals de aardappel, waardoor andere planten het op deze plek juist extra goed zullen doen.

Voor wisselteelt onderscheiden we 6 verschillende groepen planten:

  1. Wortelen, uien en knolgewassen
  2. Vruchtgewassen, zoals de komkommer, courgette en pompoen
  3. Bladgewassen, dit zijn slasoorten, andijvie en spinazie
  4. Aardappelen en tomaat
  5. Peulgewassen, zoals sperziebonen en doperwten
  6. Koolsoorten en radijsjes

Nu u dit weet, kunt u bij een moestuin aanleggen hiermee rekening houden bij het indelen van de ruimte. Indien mogelijk is het aan te raden de grond in 6 gelijke delen op te splitsen. Zo kunt u elk jaar een andere soort groente kweken op een ander stukje grond. Teken een plattegrond van de ruimte deel deze op in de zes ruimtes. Nummer vervolgens de vakken van 1 t/m 6. Zo heeft u een duidelijk beeld waar later de bewuste groenteplanten worden gekweekt.

3. Moestuin aanleggen – voedingsbodem

Een ander belangrijk element voor een moestuin is het maken van een goede voedingsbodem. De groei van de planten en hun latere opbrengst hangt hier vanaf. Bijna alle planten hebben zo hun eigen eisen. Belangrijk voor alle planten is dat de grond voldoende voeding bevat en in staat is vocht een langere tijd vast te houden.

De voeding kan uitstekend worden toegebracht door compost te mengen met de grond in de tuin. Belangrijk is dat de compost ‘schoon’ is. Dit houdt in dat de compost geen zaden van planten bevat. Dit kan u anders een hoop tijd kosten om het weer weg te halen als het uitkomt. Onkruid heeft immers altijd de gewoonte de plek in te nemen van andere planten.

Het is aan te raden zelf een composthoop aan te leggen. Onkruiden en andere plantenresten kunnen hier dan worden omgezet in nuttige voeding voor het volgende seizoen. Lees hier meer over op de volgende pagina: Aanleggen composthoop

4. Moestuin aanleggen – zaaien en uitplanten

Als u voor het eerst een moestuin gaat aanleggen, is het aan te raden te beginnen met de wat gemakkelijkere soorten groenten. De soorten die zich hier goed voor laten lenen zijn eigenlijk alle soorten sla. Deze bladgroenten zijn erg gemakkelijk te houden. Let alleen op dat je ze niet te dik zaait. Ze krijgen dan onvoldoende ruimte om te groeien. Spinazie is ook een bladgroente en is net zo gemakkelijk te houden.

Verder zijn radijzen, wortelen en prei ook erg geschikt. Zaai deze planten in richeltjes, maar wederom niet te dicht. Het is raadzaam deze richels te labelen, zodat u weet waar welke groentesoort groeit. Houdt u zich ook aan het teeltplan? Dan heeft u dit ook nogmaals op papier staan.

Courgette en pompoen zijn groenten die erg veel ruimte nodig hebben. Houd hier met het zaaien rekening mee. Maar als je ze op een goede plek zaait en ze regelmatig van voeding voorziet, zullen ze u qua opbrengst zeker niet teleurstellen. Zelf ben ik ooit met één courgetteplant begonnen. Deze dankbare plant zal ik geen jaar meer vergeten te zaaien! Voor de pompoen geldt eigenlijk hetzelfde. Maar ik moet u waarschuwen voor de ruimte die ze in beslag gaan nemen.

Als laatste de tomaat. Mits u een tuin hebt met veel zon en een warme beschutte plek, dan is ook deze plant erg leuk om te houden. Zodra de temperatuur buiten overdag boven de 20 graden komt, begint deze plant in sneltrein vaart te groeien. Door de plant goed te dieven en te begeleiden in de hoogte kunnen ze een enorme oogst op leveren.

Moestuin aanleggen – welke groenteplanten zijn geschikt voor bij u in de tuin?

Vrijwel alle groentesoorten die groeien in ons klimaat zijn geschikt om bij u in de tuin te kweken. Bij een moestuin aanleggen kunt u dus zelf de keuze maken welke groentesoorten u in uw tuin gaat kweken. Wilt u weten welke groentesoorten u in de tuin kunt verbouwen? Kijk dan op de pagina Groenteplanten, daar kunt u uitgebreide informatie lezen over het kweken van de desbetreffende soort.