Struiken
Onder heesters en struiken verstaan we meestal al of niet bladverliezende houtige gewassen die laag of vanuit de grond vertakken. Coniferen kunnen dus ook heesters zijn, maar worden steeds apart gerubriceerd. Heesters worden zelden hoger dan 3 à 4 m, maar er zijn uitzonderingen (seringen).
Heesters, houtachtige gewassen in het algemeen, onderscheiden zich van kruidachtige planten doordat ze eindknoppen vormen die in het voorjaar weer uitlopen en nieuwe twijgen vormen. Ze starten dus niet zoals de meeste vaste planten elk jaar opnieuw vanuit de grond. Daarom zijn de meeste heesters ook hoger dan de vaste planten, maar bereiken op een gegeven moment natuurlijk ook het stadium waarin ze niet groter meer worden. Alles heeft zijn maat.
Er zijn ook heesters, halfheesters genoemd, die in de winter invriezen, vaak tot vlak bij de wortelhals. Deze soorten, een goed voorbeeld is Perovskia, lopen echter vrijwel altijd in het voorjaar vanuit ondergrondse delen weer uit. Het spreekt vanzelf dat zulke heesters niet erg hoog worden.
Heesters en kleine bomen die we in onze tuinen toepassen zijn vrijwel allemaal winterhard. Dat moet ook wel, ze kunnen moeilijk tegen de vorst beschermd worden zoals vaste planten en bol- en knolgewassen. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat vrijwel alle soorten afkomstig zijn uit de koude of gematigde streken van Europa, Noord-Amerika en het noordelijke deel van Azië.
Vooruitziende blik
Het is van groot belang dat u bij de keuze van heesters en kleine bomen goed op de hoogte bent van de toekomstige ontwikkeling. Een met veel overleg beplante tuin, waarbij rekening is gehouden met de groeikracht (niet alleen in de hoogte, maar vooral ook in de breedte), zal er aanvankelijk wat kaaltjes uitzien. Dat staat nogal wat tuiniers niet erg aan en wordt daarom nauwer geplant dan gewenst. Dat hoeft geen bezwaar te zijn als van tevoren is bepaald welke struik tot het definitieve plan behoort en welke niet (wijker-blijversysteem). Dat is niet alleen nogal kostbaar, maar vaak wordt ook te lang gewacht met ingrijpen. Als de takken van twee buurheesters eenmaal in elkaar gegroeid zijn, worden beide lelijk. Snoei is niet altijd de oplossing, snoei brengt immers altijd nieuwe groei teweeg. U moet dus tot verwijdering van een van de exemplaren overgaan, als er beide stralend bij staan en dat is moeilijk.
U kunt ook kiezen voor de methode ‘sterkste wint’. Je ziet dat nogal eens in uit de hand gelopen voortuintjes. Aanvankelijk rijkelijk beplant met verschillende soorten, blijkt één soort langzaam maar zeker de overhand te krijgen. De soorten in de omgeving laten het successievelijk afweten en verpieteren. Weliswaar is de overwinnaar vaak heel mooi, maar toch te overheersend.
Planten, grondsoort en standplaats
Heesters kunnen vrijwel het hele jaar rond geplant worden, althans als ze in potten (containers) of met kluit (in gaaslap) verkocht worden, maar eigenlijk zijn de maanden oktober-november en maart-april het meest geschikt. In feite groeit het overgrote deel van de heesters en kleine bomen in elke normale tuingrond. Bijzondere eisen worden onder andere wel gesteld door azalea’s en rhododendrons, die alleen in zure grond goed gedijen. Heesters zijn net zo divers als andere plantengroepen wat betreft de juiste hoeveelheid licht. De meeste soorten houden echter van een zonnige standplaats. Vele vertonen wat tolerantie waar het gaat om schaduw, maar er zijn er ook – hoewel klein in aantal – die op donkere plaatsen goed groeien (kardinaalshoed).
Toepassing
Heesters en kleine boomvormen zijn erg belangrijk in de tuin. Nogal wat soorten worden solitair gebruikt en moeten dan wel het een en het ander in huis hebben. Bloei alleen is vaak niet voldoende omdat die meestal slechts enkele weken duurt. De vorm speelt dan een belangrijke rol en ook bontbladigheid, rijke vruchtdracht en afwijkende vorm en kleur van de takken maken een struik geschikt. Uiteraard komen wintergroene struiken ook in aanmerking om een solorol te vervullen.
De heesters die als haag kunnen worden gebruikt, zijn apart beschreven en dat geldt ook voor klimplanten, kruidenplanten, siergrassen, varens, vaste planten enzovoort.
Een heesterborder kan eveneens mooi zijn, vooral als de bodem gestoffeerd is met bodembedekkers en daar weer allerlei voorjaarsbolletjes tussenuit groeien. Uiteraard zijn er ook kleine heesters die in rotstuinen goed tot hun recht komen en andere die vooral de heidetuin aantrekkelijk kunnen maken.
Combineren met heesters
Vaste planten komen in het algemeen het best tot hun recht als de achtergrond uit rustige groenbladige heesters bestaat. Kies in zulke gevallen voor heesters die vroeg bloeien, de vaste plantenborder is immers hoogzomer pas op zijn mooist. Bij heesters aansluitende vaste planten moeten flink body hebben om niet in het niet te vallen. Soorten die de concurrentie ruimschoots aankunnen zijn onder andere herfstasters, geitenbaard, pluimpapaver en monnikskap.
Als veel groenblijvers worden gebruikt zal, om het geheel niet al te somber te laten overkomen, met vroeg- en geelbloeiende vaste planten zoals Doronicum (voorjaarszonnebloem), Alchemilla (vrouwenmantel) en Euphorbia polychroma (wolfsmelk) veel succes kunnen worden geboekt. Onder heesters is het vaak wat kaal, bodembedekkers kunnen dan ook voor wat leven zorgen, zeker als voor groenblijvende soorten wordt gekozen. Heesters vormen ook een geschikt ‘onderkomen’ voor bol- en knolgewassen zoals Scilla sibirca, narcisjes, bosanemoontjes, sneeuwroem, sneeuwklokje, Puschkinia enzovoort.
Combinatie van meerdere heesters
Voor het combineren van planten onderling zijn geen regels. Laat u echter nooit uitsluitend leiden door wat u mooi vindt, maar allereerst door de eisen die de heesters stellen: grondsoort, pH (zuurgraad) van de grond en de lichthoeveelheid. De bloemkleur is natuurlijk ook belangrijk maar mag niet alleen de doorslag geven, de bloei is immers vaak van korte duur. Let ook op de bloeiwijze, die kan wat afwisseling geven en voor een speels geheel zorgen.
Bloeispreiding is niet moeilijk te realiseren. Er zijn heesters die al midden in de winter bloeien (toverhazelaar), ander zoals Elsholtzia, bloeien nog in oktober.
Wissel ook de vormen af. Wees voorzichtig met het binnenhalen van al te (veel) extreme cultuurvormen. Als er veel bontbladige en gevuldbloemige struiken worden toegepast en ook nog een met kronkeltakjes, felgekleurde takken en treurvormen wordt gewerkt, ontstaat een rariteitenkabinet. Een enkele bijzondere soort kan excelleren dankzij de ‘normale’ omgeving. Met grijs- en bruinkleurige cultuurvormen ligt het iets anders, dat zijn rustbrengers. Maar ook hier schaadt overdaad, zij het minder.
De belangrijkste bladverliezende heesters
Vrijwel alle bladverliezende heesters munten uit door hun rijke bloei. Er zijn er nogal wat die na de bloei mooie vruchten, vaak bessen genoemd, vormen. Hieronder vindt u de mooiste soorten en cultivars die algemeen verkrijgbaar zijn. Kijk eens rond in modeltuinen en dergelijke voor u een beslissing neemt.
Hieronder vindt u een overzicht van alle struiken, ook wel heesters genoemd, die populair zijn in de Nederlandse tuinen.
Vlinderstruik Buddleja davidiiVlinderstruik, Buddleja davidii, bloeit met paarse pluimen. De bloei van de vlinderstruik heeft veel kwaliteiten. Zij is overvloedig, langdurig en welriekend. Haar naam dankt de vlinderstruik aan de vele soorten vlinders die gelokt worden door de kleur en de geur van de bloemen. Vlinders die je kunt verwachten zijn: koolwitjes, citroenvlinders, kleine vos en atalanta’s. Naast vlinders worden ook ander nectarverzamelende insecten gelokt door de vlinderstruik. Afhankelijk vaan de snoei, wordt de struik 1 tot 3 meter hoog. Bij grotere exemplaren buigen de takken elegant door. De oorspronkelijke kleur is paars, maar door selectie zijn meer dan honderd rassen ontstaan die voornamelijk verschillen in kleur. Dit kan variëren van wit, geel, rood tot paars. De bloemen zijn er vooral in augustus en september en bevinden zich in pluimen, waardoor de vlinderstruik ook wel herfstsering wordt genoemd. Vlinderstruiken houden van een zonnige en wat drogere standplaats. Dit bevordert tevens vlinderbezoek. Voor een mooi gegarandeerde groei en bloei is het raadzaam de struik ieder voorjaar flink te snoeien. De snoei dient plaats te vinden na de vorst en mag dan ook diep zijn tot 30 centimeter of nog lager. De reden hiervoor is dat bloei het beste plaats vindt op eenjarig hout en dat de struik dan voldoende licht krijgt. Tevens wordt de grootte in toom gehouden, want na een jaar niet snoeien ontstaat een waaier van een boom. Wanneer de bloemen uitgebloeid zijn, kun je die het beste verwijderen om verdere bloei te stimuleren. |
||
Winterhardheid Redelijk en kan stevig invriezenGrondsoort Kalkhoudend tot lichtzuur Vochtigheid Droog tot matig vochtig |
Standplaats Volle zonHoogte 2 tot 3 meterBlad / loof Bladverliezend |
Bloemkleur Paarsblauw met oranje oogBloeitijdAugustus-oktoberBijzonderhedenGeurig en trekt vlinders aan |
Struikheide, Calluna ‘winter beauty’, is een zeer vroeg bloeiende winterheide. Een andere naam is ‘King George’. Er zijn twee soorten heide. Dopheide, Erica, bloeit daarvan in de winter en struikheide, Calluna, bloeit in de zomer. Dopheide kent honderden variateiten waarbij winterheide, Erica carnea, een van de beste winterharde is. Winterheide is een wintergroen dwergstruikje dat max. 30 cm hoog kan worden en als bodembedekker wordt toegepast in rotstuinen of om in de winter of het vroege voorjaar wat kleur aan de tuin te geven. De takken hebben kleine groene tot metaalkleurige naaldjes. De bloei vindt plaats in de winter en het vroege voorjaar. De bloemen zijn kleurrijk de originele kleur is donkerpaars maar er zijn vele variaties tussen donkerpaars en wit.. Een van deze variaties, de vleeskleur, is de gever van de Latijnse naam ‘carnea‘. De bloemen zijn dopvormig en zitten aan eenzijdig gerichte trosjes. Insecten gebruiken de bloempjes van de winterheide als vroege voedselbron in het voorjaar. De bloempjes gaan later over in kleine, maar weinig spectaculaire zaadbolletjes. Winterheide is onderhoudsarm. In de volle zon op een zure niet te droge of te dichte grond groeit de heide het best. Winterheide kan wat breder worden toegepast, omdat hij ook kalkverdraagt in de grond. Elk jaar dient de heide licht bemest te worden. Bij voorkeur gebruik je speciale mest voor heideplanten, waarvan het humusgehalte hoog is. Na de winter, als de winterheide is uitgebloeid, dienen de struikjes behoorlijk teruggesnoeid te worden. Dit om te voorkomen dat er kale takjes ontstaan en om de bloei in het volgende jaar te stimuleren. Na drie jaar kun je overwegen om de heide niet meer te snoeien, zodat de heide wilder wordt. Heide kun je snoeien met de snoeischaar, maar met een heggenschaar gaat het makkelijker en sneller. Als de bodem te vochtig of te warm is, kunnen schimmelziektes de heide aantasten. |
||
Winterhardheid GoedGrondsoort NeutraalVochtigheid Matig tot vochtig |
Standplaats Volle zon tot halfschaduwHoogte 15 cmBlad / loof Wintergroen |
Bloemkleur RoodpaarsBloeitijd Februari-meiBijzonderheden Geen bijzonderheden |
Camellia japonica, is een traaggroeiende plant. Het geslacht heeft één wereldberoemd familielid dat in elk huishouden te vinden is. Het gaat om de gedroogde bladeren van de Camellia thea, de theeplant. Zoals bekend groeit deze soort alleen in een warm klimaat en de meeste soorten soorten kunnen n niet goed tegen de vorst. Vroeger zag je hem dan ook alleen als kamer- of kuipplant. In Nieuw-Zeeland is een nieuwe groep rassen gewonnen die kou tot minus 10 graden verdragen en daarom ook goed bij ons in de tuin kan worden geplant. Hier wordt hij gewaardeerd omdat hij wintergroen is en al in februari kan bloeien. De beste standplaats is zo beschut mogelijk. De Camellia maakt al de bloemknoppen in de zomer. Stop met bemesten als de bloemknoppen gevormd zijn. De kans bestaat anders dat de nieuw gevormde bloemknoppen door nieuwe scheuten worden weggeduwd. In de strenge winter wil het bij de wat kleinere formaat struiken helpen om de knoppen te beschermen tegen de vorst. Bemest deze struik met kalkvrije organische mest. Deze struik groeit zeer langzaam in ons klimaat en snoeien is daarom overbodig. |
||
Winterhardheid MatigGrondsoort ZuurVochtigheid Matig tot vochtig |
Standplaats Zon tot halfschaduwHoogte 1-2 meterBlad / loof Wintergroen |
Bloemkleur RozeBloeitijd Maart-meiBijzonderheden Geen bijzonderheden |
Kornoelje Cornus
Kornoelje, Cornus, is meestal een heester en soms een kleine boom tot 6 meter hoog. In mei bliet hij schitterend. Achter de groenachtige bloemen staan witte tot roze schutbladen die de bloei opvallend maken. Tegelijkertijd wordt het donkergroene blad van circa 15 cm ontwikkeld. Na de bloei kunnen rode bessen worden gevormd. Deze Amerikaanse soort heeft het bij ons wat moeilijk en blijft daardoor een stuk kleiner dan in zijn gebied van herkomst (Maine tot Nieuw-Mexico). Kornoeljes zijn prachtige heesters die ruimte nodig hebben om volledig tot hun recht te komen. Het Latijnse ‘cornus’ betekent hoorn en verwijst naar de vorm van de takken in de winter. Kornoeljes zijn gedurenede het hele jaar attractief. Meestal witte bloemen in het voorjaar. Mooi groen loof in de zomer. Eventueel bessen in de herfst en bij een aantal soorten prachtig gekleurd eenjarig hout dat zichtbaar wordt, nadat de heester zijn bladeren heeft laten vallen. De takken zijn erg stevig en duurzaam. Een alleenstaande kornoelje, moet een mooie ruime plaats in de tuin krijgen, waar hij zich goed kan ontwikkelen. Snoei niet te veel en alleen als de vorm verloren dreigt te gaan. De struik vraagt humusrijke, goed doorlaatbare en altijd iets vochtige grond. Hij geeft de voorkeur aan een beschutte standplaats in de halfschaduw. Kalkarme grond is een vereiste en kalkvrije basisbemesting en mulch met tuinturf. Bij droogte tijdig water geven. Doordat de kornoelje eerst opgaand groeit en vervolgens bijna horizontaal vertakt, heeft hij een zeer karakteristiek uiterlijk. Snoei is daarom ook niet nodig. In het voorjaar kan wel dood hout weggeknipt worden. |
||
Winterhardheid MatigGrondsoort Zure humusrijke grondVochtigheid Normaal, grond mag niet uitdrogen |
Standplaats HalfschaduwHoogte 3 meterBlad / loofBladverliezend |
Bloemkleur WitBloeitijdJuniBijzonderheden Soms rode vruchten |
Hazelaar Corylus avellana
Hazelaar, Corylus avellana, is natuurlijk vooral bekend door zijn heerlijke hazelnoten, maar ook door de katjes die al vroeg in het voorjaar verschijnen. De hazelaar kan tot 6 meter hoog worden en krijgt een mooie brede vorm. De geslachtsnaam Corylus is afgeleid van het Griekse woord ‘korys’ dat helm betekent en natuurlijk slaat op de schil van de hazelnoot. Naast noten heeft de hazelaar meer kwaliteiten. Het is een van de eerste bloeiers in de tuin ongeacht eventuele vorst. Reeds in januari kunnen de katjes verschijnen. Dit zijn de mannelijke bloemen. Zij worden een maand later gevolgd door de onopvallende vrouwelijke bloemen. Voor een grote opbrengst kunnen verscheidene struiken bij elkaar geplaatst worden. Het blijft echter afwachten. Een goede bevruchting kan worden verstoord doordat de katjes het stuifmeel te vroeg lozen of door bevroren bloemen. Corylus is goed te snoeien en kan zelfs als haag gebruikt worden. Als je niet snoeit, behoudt hij zijn mooie natuurlijke vorm, maar als je wel snoeit komen er meer noten aan de struik. Hazelaars stellen weinig eisen. Snoeien kan het best in maart maar mag ook in de wintermaanden. Als je prijs stelt op een goede bestuiving, snoei dan in maart waardoor het stuifmeel goed verspreidt wordt. Het hele jaar door kun je rechte takken verwijderen die bij de voet uitlopen. Bemest de hazelaar met humusrijke mest en eens in het jaar met kalk. |
||
Winterhardheid GoedGrondsoort Vruchtbare grondVochtigheid Matig vochtig |
Standplaats Zon en schaduwHoogte2-6 meterBlad / loofBladverliezend |
Bloemkleur GeelBloeitijd Februari-maartBijzonderheden Eetbare noten vanaf oktober |
Brem Cytisus scoparius ‘Dukaat’
Brem, Cytisus scoparius ‘Dukaat’, is een laagblijvende bloeiende struik met geel/witte bloemen die geuren. De struik is laagblijvend, heeft een dichte en opgaande groei en is een langzame groeier. Hij wordt hooguit 1 meter en daardoor goed geschikt voor de kleine tuin. Cytisus scoparius ‘Dukaat’ kan goed als vakbeplanting gebruikt worden op een beschutte plek tegen harde wind. Het blad is erg klein en groen van kleur. Door de groene takken valt de struik nog op in de kale wintertuin en daardoor als half groenblijvende betiteld. De struik kan direct na de bloei gesnoeid worden tot ongeveer 30 cm boven de grond. Bij een oude verwaarloosde struik kan verjongingssnoei worden toegepast. Knip hierbij enkel van de oudste takken bijna tot aan de grond terug. | ||
Winterhardheid Goed Grondsoort Licht zuurVochtigheid Waterdoorlatend |
Standplaats Zonnig of lichte schaduwHoogte 80-100 cmBlad / loof Bladverliezend |
Bloemkleur Geel/witBloeitijd Mei/juniBijzonderheden Geurend |
Kardinaalsmuts Euonymus europaeus ‘Red Cascade’
Kardinaalsmuts, Euonymus europaeus ‘Red Cascade’, maakt veel rode vruchten aan overhangende takken. Kardinaalsmuts is een geslacht dat voor diverse doeleinden in de tuin wordt ingezet. Als liggende of kruipende bodembedekkers of als klimmende heesters. Er zijn twee groepen. De ene groep wordt gekweekt vanwege de opvallend gekleurde en gevormde vruchten die in Nederland doet denken aan de muts van een kardinaal. In die groep hebben de planten vaak takken met duidelijke rillen of kurklijsten en krijgt het blad meestal prachtige herfsttinten. De tweede groep wordt gekweekt vanwege het mooie bonte blad dat aanblijft in de winter. Daarbij gaat het vooral om compacte heesters die dicht groeien en soms in vorm worden gesnoeid. De soort Euonymus europaeus ‘Red Cascade’ behoort duidelijk tot de eerste groep. Hij heeft een spectaculaire herfstkleur (geel tot geelgroen) en de opvallende bessen, die giftig zijn. We zien hem vooral in de natuurtuin en buiten de tuin vanwege zijn grote afmeting. Kardinaalsmuts houdt van een zand- of leemgrond met voldoende humus. Klei is minder geschikt. Deze kardinaalsmuts heeft weinig onderhoud nodig. Knip in het voorjaar de onderste takken af. De Euonymus europaeus heeft slechts één nadeel, hij heeft vrij vaak last van zwarte bonenluis. De beste remedie is gewoon afspoelen met de tuinslang. |
||
Winterhardheid GoedGrondsoort Zand- of leemgrondVochtigheid Matig |
Standplaats ZonnigHoogte 4-5 meterBlad / loof Bladverliezend |
Bloemkleur GeelgroenBloeitijd JuniBijzonderheden Mooie paars met oranje bessen, wel giftig |
Hortensia Hydrangea macrophylla ‘Bouquet rose’
Hortensia, Hydrangea macrophylla ‘Bouquet rose’, is een van de meest bekende kweeksoorten. Hij is zer sterk en winterhard. De bolvormige bloemtrossen zijn meestal roze. Hydrangea’s of hortensia’s zijn overweldigend als ze in bloei staan. De meeste hortensia’s stellen wel speciale eisen aan de standplaats. Ze vragen voedselrijke, lichtzure, humusrijke grond. De bloemkleur van sommige soorten kan beïnvloed worden door aluminiumionen (aluin) aan de bodem toe te voegen (roze wordt dan blauw). Dit kan alleen in lichtzure tot zure grond. De Hydrangea macrophylla is de meest voorkomende hortensia in ons land. Er zijn twee typen: de schermhortensia’s en de bolhortensia’s. De schermhortensia’s hebben bloemschermen die bestaan uit kleine vruchtbare bloemen in het midden en daar omheen grote onvruchtbare bloemen. De bolhortensia’s hebben alleen maar de grote onvruchtbare bloemen die tezamen een mooie bol vormen. Van nature zijn de bloemen van deze soort wit tot rood van kleur. Er zijn zeer vele varianten van de Hydrangea macrophylla. De meeste soorten hoeven weinig gesnoeid te worden. De wijze waarop de diverse soorten worden gesnoeid is verschillend. Je kunt de omvang van de hortensia beperken door ieder jaar in maart/april een vijfde van de oudste takken weg te knippen. Knip bloemen van zijtakjes gewoon af. Bij een bloem aan de top knip je de tak af boven de hoogste knop die vlak onder de uitgebloeide bloem zit. |
||
Winterhardheid GoedGrondsoort ZuurVochtigheid Vochtig |
Standplaats HalfschaduwHoogte 100-125 cmBlad / loof Bladverliezend |
Bloemkleur RozeBloeitijd Juli-oktoberBijzonderheden Geen bijzonderheden |
Informatie over het snoeien leest u hier: Hortensia snoeien
Hulst Ilex aquifoliumHulst, Ilex aquifolium, is een groenblijvende, sterk vertakte, meestal vrij stijf omhoog groeiende heester of zelfs boom. Er zijn exemplaren van deze Europese soort bekend van 20 meter hoog en zeker 6 meter breed. Er zijn echter vele varianten, waarbij er ook verschillende zijn met bont blad Ilex aquifolium ‘Golden van Tol’. De planten zijn zeer vorstbestendig. Ze hebben sterk gestekeld, glanzend blad dat aan de onderkant lichter groen van kleur is. In het voorjaar bloeien de planten onopvallend wit en in de herfst verschijnen prachtig felrode bessen. Deze soort is goed geschikt voor hagen, hoewel het knippen natuurlijk geen prettige bezigheid is vanwege de gestekelde bladeren. Bij hulst denken we automatisch aan kerstmis. De karakteristieke blaadjes met rode besjes, die inmiddels ook al in chocoladevorm te verkrijgen zijn. De bessen zijn niet alleen decoratief rood, maar hebben kleuren die variëren van rood tot geel en zwart. De meeste soorten bloeien vrij onopvallend met witte bloemen. De wintergroene hulstsoorten met hun mooie bessen en glanzend blad zorgen in de winter voor leven in de tuin. Vanwege dit wintergroene uiterlijk hebben ze altijd een grote rol gespeeld in de oude mythologie, net als klimop, taxus, dennen en sparren. Hulst houdt van goed doorlatende grond en groeit zowel in de zon als schaduw. Hij houdt wel van een enigszins beschutte plaats, want van veel wind kan het blad lelijk worden. Als de plant eenmaal ergens staat, moet hij zo min mogelijk worden verplaatst. Snoeien is geen probleem want je kunt hem zelfs in vorm snoeien. Doe dat laat in het voorjaar. Ieder voorjaar een goede basisbemesting. |
||
Winterhardheid Uitstekend Grondsoort Zure, humusrijke en voedzame grond Vochtigheid Normaal |
Standplaats Zon tot schaduwHoogte Tot 12 meterBlad / loof Groenblijvend |
Bloemkleur WitBloeitijdJuniBijzonderheden Veel rode bessen |
Glansmispel Photinia fraseri ‘Red Robin’
Glansmispel, Photinia fraseri ‘Red Robin’, heeft in het voorjaar vuurrode scheuten die in de loop van het seizoen groen worden en in de winter groen blijven. In mei-juni krijgt de heester kleine witte bloemen. De blauw tot zwarte bessen verschijnen in de herfst. De glansmispel is een heester met een bijzondere sierwaarde vanwege de fraaie bladverkleuring in de herfst. De Latijnse naam van de glansmispel is Photina, dat helder of lichtgevend betekent in het Grieks. Deze heester wordt daarom ook gekenmerkt door de glanzende bladeren die het licht sterk kunnen weerkaatsen. Deze eigenschap is ontstaan doordat de heesters in de oorspronkelijke omgeving, in de bergen van Azië te maken hadden met felle zonneschijn. Ook een tweede opvallende eigenschap is hierdoor ontstaan. In de lente zorgde de nog aanwezige sneeuw voor sterke reflecties. Om de jonge scheuten te beschermen tegen verbranding kregen zij de stof anthocyaan mee, die veel UV-straling absorbeert, maar tevens voor een vuurrode kleur zorgt. De glansmispel wordt toegepast als solitair en heel af en toe in hagen. Ook zien we hem vaak op stam, waarbij het loof in bolvorm wordt gesnoeid. De glansmispel is een gemakkelijke heester; onderhoudsarm, kent weinig ziekten of plagen en hoeft weinig gesnoeid te worden. Vorm eventuele vormsnoei is maart de beste maand. Een oude heester kan door terug snoeien tot ver op het hout voor verjonging zorgen. Laat echter wel voldoende ogen over voor de ontwikkeling van nieuwe takken. Bij volwassen exemplaren kunt u tussen de vijf en tien takken laten staan, maar laat een behoorlijke hoeveelheid loof achter, zodat de heester zich volledig kan herstellen. Om het hele jaar door rode bladeren te hebben, kunt u in de zomer deze mispel een tweede snoeibeurt geven waarbij u de uiteinden snoeit. U heeft dan in de herfst opnieuw rode scheuten. De glansmispel bloeit dan wel minder in het voorjaar. De glansmispel moet wel beschutting hebben tegen wind met name tijdens strenge vorst. In het voorjaar loopt de glansmispel echter weer uit op het niet bevroren hout. |
||
Winterhardheid RedelijkGrondsoort Geen bijzondere eisenVochtigheid Gemiddelde vochtbehoefte |
Standplaats Zon tot halfschaduwHoogte 2 – 4 meterBlad / loof Wintergroen |
Bloemkleur WitBloeitijdJuni-juliBijzonderheden Blauwe tot zwarte bessen |
Rhododendron ‘hatsugiri’is een zeer rijkbloeiende rododendron met kleine lilapaarse bloemen. De rododendron dankt zijn naam een Linnaeus, die de plant vernoemd heeft naar het Griekse woord rozenboom. Een bloeiende rododendronlaat direct zien waarom. Rhododendron is een zeer groot plantengeslacht met 800 soorten en daarbinnen duizenden cultuurvariëteiten. Van laagblijvende dwergazalea’s tot enorme wintergroene struiken van wel tien meter hoog. Die zijn veel aangeplant op landgoederen en in een parken en hebben daardoor iets statigs. Vanwege de grootte zijn rhododendrons vaak niet geschikt voor kleine tuinen. Het zijn oorspronkelijk vaak bosplanten uit de gematigde streken en gebergten van het noordelijk halfrond. Voor de meeste rhododendrons moet de grond echt zuur zijn (pH-waarde 4,5 tot 5,8), anders krijg je geen bloemen. Gelukkig kunnen bij het aanplanten voldoende maatregelen worden genomen, zodat de eerste twintig tot dertig jaar de plant er geen last van heeft. In het voorjaar bloeien ze zeer uitbundig met grote gekleurde bloemen, wat in mooi contrast staat met de donkergroene bladeren, als je tenminste nog blad ziet. Enig nadeel is misschien dat de bloeitijd soms kort is; enkele weken. De meeste rhododendrons vragen zure en vochtige grond. Gelukkig groeien de wortels van de rhododendrons niet hard. Het blijven mooie compacte kluiten. Een plantgat van 1 meter bij 1 meter en 75 cm diep, gevuld met tuinturf, zorgt voor zure grond voor de eerste twintig tot dertig jaar. Daarna kunnen de wortels verder groeien en last krijgen van kalk in de bodem. Vanwege de gewenste zure bodem, is het belangrijk de rhododendrons elk voorjaar te bemesten met speciale rhododendronmest. Als bosplant houdt de rhododendron van een vochtige bodem. De bodem mag daarom niet uitdrogen. Een goede voorzorgmaatregel is te mulchen in de herfst. Voor jonge planten een laag van 5 cm en volwassen exemplaren 20 cm. Snoei bij rhododendrons is eigenlijk onnodig en niet gewenst. Mocht je een te grote struik willen afzagen tot op het hout of hem modelleren, dan kan dit het beste in juni, na de bloei. Bij jonge exemplaren kun je de bloei verbeteren door uitgebloeide bloemen te verwijderen: breek deze voorzichtig van de plant zonder de nieuwe bloem te beschadigen. |
||
Winterhardheid GoedGrondsoortZure, humusrijke grondVochtigheid Vochtig |
Standplaats Zon tot halfschaduwHoogte50-80 cmBlad / loof Wintergroen |
Bloemkleur LilapaarsBloeitijd JuniBijzonderheden Geen bijzonderheden |
Sering Syringa vulgaris
Sering, Syringa vulgaris, bloeit bijzonder uitbundig. Het is een pronkbloeier oftewel een praatjesmaker onder de seringen. Hij maakt dat waar, door de grootste bloemen van alle seringen te geven die ook nog sterk geuren. Een nostalgische struik, de sering. Hij hoort thuis in de oude boerderijtuin. De sering wordt erg gewaardeerd om zijn mooie bloemen die in sterk vertakte trossen zitten, waardoor er niet één, maar verscheidene trossen, tegelijkertijd bloeien. Daarnaast geuren seringen heerlijk. De meeste soorten staan in mei in bloei en een boeket seringen brengt de lente echt in huis. Seringen hebben last van wilde scheuten uit de stam. Snoei deze direct weg, want ze ontnemen de benodigde voedingsstoffen. Verwijder ook elk jaar na de bloei de uitgebloeide bloemen weg, zodat de bloeikwaliteit van het volgende jaar goed is. Mocht een sering te groot worden, dan zie je de bloemen bijna niet meer. Je kunt ze dan sterk terugsnoeien. Als je alle takken in één keer wegsnoeit, krijg je dat jaar géén bloemen. Pas daarom bij grotere seringen een geleidelijke snoei toe. Bemest de sering elk voorjaar met organische mest. |
||
Winterhardheid GoedGrondsoort Normaal tot kalkrijkVochtigheid Matig vochtig |
Standplaats ZonnigHoogte 4-5 meterBlad / loof Bladverliezend |
Bloemkleur DonkerpaarsBloeitijd Mei-juniBijzonderheden Aangename sterke geur |