Aanplanten

Aanplanten

Het planten en verplanten is een karwei dat veel aandacht vraagt. Voor een niet onbelangrijk deel wordt het uiteindelijke resultaat daardoor bepaald. Planttijd, plantdiepte, plantwijze en plantafstand zijn allemaal factoren waarmee rekening gehouden moet worden.

Wanneer kunt u het beste aanplanten?

Alle sierplanten en bol- en knolgewassen moeten bij voorkeur tijdens de rustperiode worden geplant. Een hernieuwde groei wordt daardoor op z’n minst zeker gesteld. De vraag die zich daarbij aandient is of er aan het eind of aan het begin van de rustperiode aangeplant moet worden. De ervaring leert dat veel tuinliefhebbers pas actief worden als het voorjaar merkbaar nadert. Als er in deze periode weinig mooie dagen zijn geweest in het weekend dan komt deze stroom pas later op gang.

In zijn algemeenheid is dat jammer. Veel planten, en met name de vaste planten en heesters, bloeien in het voorjaar en aan planten die al bloeiend worden aangeplant beleeft u veel minder plezier. Daar komt bij dat april en mei vaak droge maanden zijn wat niet bevorderlijk is voor een snelle aangroei. Natuurlijk kan dit opgelost worden door water te geven, maar de natuur is hier altijd beter in. Er kan dus niet worden gesteld dat planten aan het eind van de rustperiode niet aanslaan, maar er bestaat de kans dat de bloeiperiode verloren gaat. Daarom het advies om te planten in het najaar!

Oktober is daarin het meest geschikt. De grond is dan nog warm en er valt voldoende vocht, dit garandeert voldoende aangroei van wortels waar de planten in het nieuwe jaar van kunnen profiteren. Vaak bieden de eerste weken van november nog dezelfde omstandigheden, maar in iets mindere mate. In de winter kunt u ook aanplanten zolang er geen vorst in de grond zit.

Een laatste argument voor het planten in het najaar is dat de planten in het voorjaar beginnen met uitlopen. Hiervoor heeft de plant voor energie nodig en jong blad zorgt voor een grotere verdamping. Voor groenblijvende planten gaat dit minder op. Planten die bekend staan om het feit dat ze niet volledig winterhard zijn worden uiteraard pas in het voorjaar geplant. Eenjarige planten vallen uiteraard ook onder deze noemer.

  • Plant tijdens de rustperiode van planten
  • Bij voorkeur in het najaar
  • Uitzondering zijn vorstgevoelige en eenjarige planten
Tuinplanten staan klaar om aangeplant te worden

Verplanten

Het komt nogal eens voor dat planten, met name bomen, coniferen en struiken, te groot worden voor hun standplaats. Meestal wordt dan naar de boomzaag gegrepen, maar dat is slechts een noodoplossing. Veel houtige gewassen inclusief coniferen, kunnen goed worden verplant, als ze tenminste niet te oud zijn. Doe het tijdig en dus niet als de planten elkaar al verdringen en kaal beginnen te worden.

Om te verplanten moet alles eerst worden rond gestoken. Dat betekend dat op betrekkelijk geringe afstand van de stam de wortels schuin worden afgestoken. Naarmate de grondkluit groter is, wordt de kans van slagen groter. De beperkende factor is het gezamenlijke gewicht van de struik en de grondkluit.

Rondsteken kan het best in de tweede helft van augustus. Als het gaat om planten van twee tot drie jaar oud, kan vervolgens na ongeveer zes weken worden verplant. Oudere planten moeten twee keer worden rond gestoken. De eerste keer dient dit al een jaar van te voren te gebeuren, de tweede keer 6 weken voordat u de plant wilt gaan verplaatsen.

Het rondsteken zorgt ervoor dat de plant de overgebleven wortels activeert meer vocht aan te trekken dan voorheen. Bovendien zal de plant nieuwe wortels groeien binnen de overgebleven kluit.

  • Verplanten in het najaar
  • Kluit 6 weken voor verplanten rond steken
Beplanting staat klaar geheel volgens het beplantingsplan