Klimplanten

Klimplanten

Aan klim-, slinger- en leiplanten wordt over het algemeen betrekkelijk weinig aandacht geschonken. Toch zijn het uiterst dankbare planten. Sommige bloeien rijk, andere tonen in het najaar volop vruchten en weer andere hebben decoratief blad. Enkele soorten behouden ook in de winterperiode hun bladeren. Klimplanten nemen weinig ruimte in en zorgen voor veel kleur. Benut daarom de verticalen in de tuin zoveel mogelijk. Overigens, sommige planten die wij als klimplanten toepassen, worden bodembedekkers als we ze niet in staat stellen omhoog te groeien (klimop!).

Onderlinge verschillen

We onderscheiden klim-, slinger- en leiplanten. De eerste twee hebben onze hulp nauwelijks nodig. Al zal voor slingerplanten vaak wel een klimhulp moeten worden aangebracht (tegen muren bijvoorbeeld). Zelf hechtende klimplanten treffen we aan bij klimpop (hechtwortels) en wilde wingerd (hechtranken). Slingerplanten, de naam zegt het al, werken zich al slingerend omhoog. Er zijn zowel klimplanten die zowel links- als rechtswindend zijn. Daar moet u rekening mee houden, want bij sommige soorten moeten de ranken regelmatig een handje worden geholpen en dan wel in de goede richting. Leiplanten hebben alleen maar lange slappen takken. Die kunnen in veel gevallen netjes tegen muren en dergelijke worden aangebonden en zo ontstaat een ‘klimplant’. Er zijn ook planten als bramen en rozen die zich met behulp van doornen of stekels min of meer als klimplanten gedragen, maar zulke planten zijn meestal niet stevig verankerd en van echte klimplanten is dan ook geen sprake.

Toepassingen

Veel klimplanten groeien tegen gevels van huizen, schuren en garages. Met name naast de voordeur zien we vaak allerlei klimplanten groeien. Maar ze kunnen natuurlijk ook tegen een schutting groeien, toch al niet het fraaiste tuinornament. Ook langs pergola’s is het mogelijk, en dan niet alleen tegen de staanders en op het ‘dak’ maar ook tegen de vaak tussen de staanders aangebrachte trellis. Rozenbogen hoeven niet noodzakelijkerwijs alleen door klimrozen te worden begroeid, maar ook andere klimplanten komen hiervoor in aanmerking. Er komen steeds meer losstaande elementen voor de tuin in de handel, waartegen klimplanten kunnen groeien. Zo’n klimrek moet dan wel op de juiste wijze in het geheel worden opgenomen. Ten overvloede wijzen we er nog op, dat ook of wellicht juist balkons veel mogelijkheden bieden om klimplanten te plaatsen.

Planten

Het planten van klimplanten vraagt extra aandacht, omdat ze vaak tegen muren worden geplant. De grond is daar vaak in slechte conditie. Er kunnen zware machines hebben gestaan, waardoor de grond is verdicht en weinig zuurstof bevat. Onder zulke omstandigheden groeien planten slecht. Het is dan ook noodzakelijk een groot en voldoende diep plantgat te maken (75 x 75 x 50 cm) en dat geheel of gedeeltelijk te vullen met potgrond. Mengen met bestaande grond is alleen verantwoord als die grond redelijk van kwaliteit is. De stenen vlak bij de fundering onttrekken vaak veel vocht aan de omliggende grond. Overwogen kan worden om tussen plantgat en fundering een dik stuk plastic folie aan te brengen.

Gevelbegroeiing slecht?

Vaak wordt opgemerkt dat planten tegen een gevel slecht zijn voor de muur. Dat is onzin. Sterker nog, bepaalde soorten zoals klimop waarvan de bladeren dakpansgewijs over elkaar liggen, houden een muur droog omdat het regenwater er vlot langsloopt. Een uitzondering moet worden gemaakt voor oude muren die met kalkmortel zijn opgetrokken. Die specie wordt te droog en verpulvert. De specie die vandaag de dag wordt gebruikt, heeft daar geen last van. Hechtwortels en –ranken kunnen nooit de muur binnen groeien. Een probleem vormen slecht hechtende pleisterlagen die kunnen worden meegetrokken, als planten met hechtwortels van de muur worden gehaald. Klimplanten kunnen wel door kieren bij kozijnen en daken naar binnen dringen en schade veroorzaken, met lekkage als gevolg. Bruidsluier is een echte wildeman. Hij kan onder de pannen door groeien en ze oplichten. Regenpijpen die niet al te sterk zijn, kunnen zelfs worden stuk geknepen. Klimplanten hebben niet alleen esthetische maar ook praktische waarde. Genoemd is reeds dat muren (beter) droog blijven, maar klimplanten isoleren ook (warmteverlies in de winter) en beschermen tegen de zon in de zomer. Ook de geluidswerende werking die van een begroeide muur uitgaat, valt niet te onderschatten.

Klimsteunen

Klimsteunen zijn er in soorten en maten. Er zijn houten, al dan niet scharnierende klimrekken, kunststofrekken, bamboestokken met schroefoog enzovoort. Welke we gebruiken, is afhankelijk van de soorten planten die worden toegepast en het materiaal waartegen de rekken moeten worden aangebracht. Soms zie je ook betongaas en stevig gespannen kippengaas tegen muren. Let er steeds op dat de steunen nooit vlak tegen muren worden aangebracht. Blokjes en metalen beugels zorgen voor wat tussenruimte. Voor regenpijpen zijn speciale gaaskokers te koop. Kijk steeds eerst uitgebreid rond in het tuincentrum en laat u voorlichten voor u tot aanschaf overgaat.

De belangrijkste klimplanten

Veel klimplanten behoren tot de houtige gewassen. Er zijn er die zeer rijk bloeien (Clematis), (ook) mooie vruchten dragen (vuurdoorn) of mooie bladeren hebben (wilde wingerd en Japanse wijnstok). De groenblijvende soorten (klimop) zijn extra attractief. Naast heesters zijn er verschillende eenjarigen die klimmen (klokwinde) en enkele vaste planten (Lathyrus).
Hieronder een verzameling van de meest populaire klimplanten.

Campsis
Trompetbloem, Campsis tagliabuana ‘Madame Galen’, is een rijkbloeiende klimplant voor een zonnige, beschutte plek tegen een pergola of rozenboog. De trompetklimmer trekt veel insecten aan als hij in bloei staat. De trompetklimmer heeft hechtwortels.
Het eerste jaar na de aanplant laat je aan de basis van de plant maximum 5 krachtige scheuten staan en die snoei je terug tot 15 cm boven de grond. De rest snoei je volledig weg. De volgende jaren dien je de trompetklimmer aan het eind van de winter of begin van het voorjaar te snoeien om de plant in toom te houden en om de ontwikkeling van de bloei te bevorderen. Verwijder ook steeds alle beschadigde, zwakke of ingevroren delen. In principe mag je de zijtakken jaarlijks een derde insnijden. De resterende zijtakken worden teruggezet op twee à drie zijknoppen van de hoofdtak. Uit die takken komen in het komende seizoen de nieuwe bloemen. Voor het snoeiwerk kan de gewone scherpe snoeischaar maar ook de takkenschaar van pas komen.
Winterhardheid
Goed tot matigGrondsoort
Normaal

lVochtigheid
Normaal

Standplaats
Windbeschutte plek in de volle zon.Hoogte

4-6 meter

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
Rood-oranjeBloeitijd

Juli-september

Bijzonderheden

Peulvormige zaaddozen in de herfst

Clematis montana
Bosrank of bergclematis, Clematis montana, is afkomstig uit de Himalaya en is een van de sterkst klimmende en vroegst bloeiende clematissen. Clematissen waren al geliefd in de oudheid. De Grieken noemden namelijk allerlei soorten klimplanten clematis wat ‘rankend’ betekent en slaat op het klimvermogen.De bosrank bereikt in twee jaar een lengte van wel acht meter. Clematis montana valt vooral op wanneer hij in bloei staat. De hele plant kan hierbij bedekt zijn met bloemen in de kleuren wit en roze. Door zijn verschijning is de bosrank zeer geschikt in de natuurlijke tuin en om in een korte tijd een gevel of pergola te begroeien.Alle clematissen groeien graag met ‘de kop’ in de volle zon, maar als bosplanten verdragen ze lichte schaduw ook heel goed. De wortels moeten zelfs beschaduwd worden. Dus zorg dat de voet bedekt is door de wortelkluit 10 tot 15 cm diep te planten, ook al als bescherming tegen de ‘verwelkingsziekte’. Clematissen hebben humusrijke en goed doorlatende grond nodig. Clematissen maken geen hechtwortels, zorg dus voor voldoende steundraden.Bind de planten tijdens het groeiseizoen goed op. Je hoeft een clematis alleen te snoeien als er een wirwar van stengels ontstaan. De bosrank bloeit op hout van het vorige groeiseizoen. Daarom snoei de deze plant pas na de bloei, dus in juni. Hierbij haal je de stukken weg die te groot geworden of dood gegaan zijn. Wanneer de plant van onderen erg kaal is geworden of is opgebouwd uit een wirwar van veel dode takken, kun je de plant afknippen tot een meter boven de grond. Je doet dit in maart, maar de plant komt in het aansluitende seizoen maar tot een beperkte bloei.
Winterhardheid
RedelijkGrondsoort
Neutraal tot kalkhoudendVochtigheid
Matig
Standplaats
Bloemen in de zon, wortels in de schaduwHoogte1 tot 8 meter

Blad / loof

Bladverliezend

Bloemkleur
Wit-rozeBloeitijd
Mei-juliBijzonderheden
Uitbundige bloei

 

Clematis
Clematis, is in tientallen soorten en maten te verkrijgen. Deze rijkbloeiende klimplant is in verband met het snoeien in drie groepen ingedeeld. Het criterium voor de indeling is de combinatie van bloeitijd en hoed de plant bloemen vormt: op hout van vorig jaar of op nieuw uitgelopen scheuten.
Clematissen maken geen hechtwortels, zorg dus voor voldoende steundraden.A. Tot groep A behoren de clematissen die vroeg bloeien (april-mei). Vaak de kleinbloemige clematissen.  Ze bloeien op het hout dat in het jaar ervoor is gevormd. Anders gezegd: ze zullen volgend jaar bloeien op het houdt dat dit jaar wordt gevormd. Daarom moet snoeien niet verder gaan dan wegknippen van slechte of dode takken. Dit moet je doen direct na de bloei, dus in mei of juni. Als je op dat moment te veel snoeit, verwijder je de takken waar volgend jaar de bloei begint. Bekende soorten: Alpina, Macropatala, Chrysocoma, Montana, Armandii (groenblijvend) en Forteril.B. Tot groep B behoren de clematissen waarbij de bloemen ook gevormd worden op het hout van het vorige jaar, maar ze bloeien later namelijk (mei-juni) en meestal een tweede bloei, maar veel minder sterk, in september. Deze bloemen komen te voorschijn op de nieuwe scheuten die in het huidige voorjaar zijn gevormd. De clematissen uit deze groep zijn grootbloemig of dubbelbloemig. Bekende soorten: The President (afbeelding-paars), Nelly Moser, Ville de Lyon (afbeelding-karmijnrood), en Prins Hendrik, Gipsy Queen.C. Tot groep C behoren clematissen die bloeien op de nieuwe stengels die vanaf maart-april gevormd worden. Omdat de uitlopers lang kunnen worden en de bloemen vooral hogerop gevormd worden, is het verstandig om in februari-maart de plant kort te knippen: 40-60 cm boven de grond.
De nieuwe uitlopers beginnen op de plaats waar het vorige jaar de groei is gestopt. Dus als je niet os weinig snoeit zal de plant uitgroeien tot een ongecontroleerde warboel moet bloemen die erg hoog of ver weg op die nieuwe uitlopers verschijnen. Bekende soorten: Grootbloemige hybride-clematissen Jackmanii en Bagatelle
Winterhardheid
Afhankelijk van soortGrondsoort
Afhankelijk van soort

Vochtigheid
Matig

Standplaats
Zon tot halfschaduwHoogte
Afhankelijk van soort

Blad / loof
Afhankelijk van soort

Bloemkleur
Afhankelijk van soortBloeitijd
Afhankelijk van soort

Bijzonderheden
Afhankelijk van soort

 

Hedera
Klimop, Hedera, zou je ook met respect kruipneer kunnen noemen, Je kunt een klimop planten tegen een muur of schutting. Ze groeien hierlangs omhoog. Als ze geen steun vinden, vallen de lange slierten omlaag en de kruipen de klimopplanten over de grond. De hechtwortels groeien vast in de grond.Klimopplanten zijn wintergroen. Hedera ‘Adam’ is een bonte variant en licht goed op in de schaduw.
Een klimop planten is niet moeilijk. Het belangrijkste is om te weten hoeveel planten je per meter moet zetten . Dit is afhankelijk hoe snel je de muur of wand begroeid wilt hebben. Als je kunt wachten en je begint met kleine planten, plant je er meer per meter. Hoe groter de plant, hoe minder je er nodig hebt per strekkende meter.Klimopplanten zijn het hele jaar door te planten, ze worden in potcontainers gekweekt. Haal bij grote stokken de stok eruit, maak de ranken los en bindt de ranken over de hele breedte vast.
Formaat                        Aantal per m (klimplant-haagplant)              Aantal per m2 (bodembedekker)
30/40 cm                      –                                                                            5
80/100 cm                   3                                                                            4
150/175 cm                 2                                                                            –
200/200cm                  1                                                                            –

Struikklimopplanten zijn er ook, Hedera helix ‘Arborescens’. De bladeren zijn hetzelfde, alleen komen er aan deze klimopplant ook  witte kleine ‘bloemen’ die uitgroeien tot zwarte decoratieve besjes in het najaar die ook zichtbaar blijven in de winter. Hedera helix ‘Arborescens’ blijft laag en zijn ideaal om als vak of groep aan te planten. Plant er 3 à 4 per m2.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Alle grondsoortenVochtigheid
Normaal
Standplaats
Halfschaduw tot schaduw
Zon wordt wel verdragenHoogte
OnbeperktBlad / loof
Groenblijvend
Bloemkleur
Niet van toepassingBloeitijd
Niet van toepassingBijzonderheden
Struikklimopplanten krijgen zwarte bessen.

 

Hydrangea anomala var petiolaris
Klimhortensia, Hydrangea anomala var petiolaris, bloeit volop in juni-juli met zijn prachtige bloemen, maar als u geluk heeft bloeit hij nog wat langer door. Deze klimhortensia krijgt uitlopers die meters lang kunnen worden en dus grote stukken muur kunnen bedekken. Zonder klimobject wordt het alsnog een mooie struik van anderhalve meter.
De klimhortensia komt oorspronkelijk uit de bossen van Japan, waar hij in bomen klimt. In ons land is dit een ideale klimplant voor een muur op het noorden of oosten. Hij doet het beter in de schaduw dan in de zon en dit soort muren bieden het grootste deel van de dag schaduw. Verder is het leuk dat deze plant ook mooi bloeit, zoals de andere hortensia’s. De witte bloemen aan de rand, dienen om de insecten te lokken naar de groenige vruchtbare bloempjes in het midden.

De meeste hortensia’s houden van zure, humusrijke grond die veel voedingsstoffen bevat en die steeds aan de vochtige kant is. De klimhortensia ontwikkelt zelf hechtwortels, waardoor hij geen aparte steun nodig heeft bij het klimmen. Toch is het verstandig om de eerste jaren de klimhortensia wel op te binden. Het kan wel even duren voor de klim inzet na het aanplanten. Snoei is mogelijk na de bloei.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Alle grondsoorten

Vochtigheid
Matig

Standplaats
HalfschaduwHoogte
10 meter

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
WitBloeitijd
Juni-juli

Bijzonderheden
Geen

 

Lonicera
Kamperfoelie, Lonicera henryi, is een halfwintergroene klimmende kamperfoelie. In tegenstelling tot de meeste andere en bekende kamperfoelies blijft deze klimmer groen in zachte winters. Maar in vergelijking met de bekende kamperfoelies heeft de Lonicera henryi kleinere bloemen. Na de bloei ontstaan wel blauwzwarte vruchten. Net als de struikkamperfoelies zien we deze kamperfoelie terug in het openbaar groen. In de tuin is hij op zijn mooist tegen een lichte muur. De Nederlandse naam kamperfoelie is een verbastering van de Latijnse naam ‘carpifolium’ dat ‘geitenblad’  betekent, omdat geiten graag van deze planten schijnen te eten.Lonicera bestaat uit twee grote groepen planten die alleen op het noordelijk halfrond voorkomen. Je hebt de bekende klimplanten met de geurende bloemen en daarnaast de sterke bladverliezende en groenblijvende struiken. Ze hebben allemaal bladeren of blaadjes die steeds paarsgewijs tegenover elkaar staan en vijftallige bloemen. Dat laatste is vaak heel moeilijk te herkennen vanwege de exotische vorm die ze soms laten hebben. De bloeiende soorten geuren veelal verrukkelijk (vooral ’s avonds) en vormen enkele of dubbele bessen.

Vrijwel alle kamperfoelies houden van goed doorlatende grond die wel vocht vasthoudt en dus liefst flink humus bevatten. Het zijn van nature namelijk bosrandplanten. Snoeien van oude en lange stelen bevordert de bloei en levert nieuwe takken en scheuten op. Dit kan het beste half maart gedaan worden.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Normaal

Vochtigheid
Matig

Standplaats
Zon tot halfschaduwHoogte
4 meter

Blad / loof
Wintergroen

Bloemkleur
Wit tot geelBloeitijd
Juni-augustus

Bijzonderheden
Niet eetbare, blauwzwarte vruchten

 

Rubus fruticosus
Braam, Rubus fruticosus ‘thornless evergreen’, is zoals de naam al doet vermoeden doornloos en groeit veel minder sterk dan de nog altijd meest bekende gestekelde ‘Himalaya’ en is daardoor veel beter geschikt voor de kleine tuin.De vruchten rijpen van begin augustus tot eind september. Ze zijn wat groter dan van ‘Himalaya’, stevig en smaken goed. Bovendien is ‘Thornless Evergreen’ minder gevoelig voor stengelziekten en beter winterhard. Er zijn inmiddels meer goede stekelloze rassen die hun waarde bewezen hebben. Een andere goede is ‘Thornfree’ die anders dan ‘Thornless Evergreen’  heel eenvoudig uit grondscheuten vermeerderd kan worden. Die zijn namelijk ook stekelloos en dat is bij ‘Thornless Evergreen’ niet het geval. Een nadeel van ‘Thornfree’ is dat de vruchten wat later (eind augustus) rijpen, waardoor ze in een koele herfst soms niet helemaal kunnen rijpen. Maar ze smaken wel beter dan die van ‘Thornless Evergreen’. ‘Thornfree’ is echter weer gevoeliger voor stengelziekte.

Meestal worden doornloze bramen aan draden aangebonden gekweekt. Regel is dat ze op 125 cm onderlinge afstand worden geplant. Na het planten kort snoeien (tot op 30 cm) en de twijgen  die dan groeien worden aangebonden (zo’n 6 à 7 per strekkende meter). De planten worden daarna ieder jaar in de periode november tot maart gesnoeid. De afgedragen vruchttakken worden weggenomen, evenals de gestekelde grondscheuten.

‘Thornless Evergreen’ bloeit in de periode juli-augustus, de vruchten rijpen tot in september. Oogst geregeld rijpe vruchten. Zorg voor voldoende voeding en organisch materiaal in de bodem. Een mulchlaag boven de wortels is aan te bevelen. In het voorjaar een flinke hoeveelheid organische mest geven. Voorkom dat de grond bij de wortels uitdroogt. Een beschutte groeiplek voorkomt vorstschade, anders de jonge scheuten winterbescherming geven.

Winterhardheid
Redelijk goedGrondsoort

Niet te zwaar

Vochtigheid

Matig vochtig

Standplaats
Lichte standplaatsHoogte

Enkele meters indien geleidBlad / loof

Bladverliezend

Bloemkleur
WitBloeitijd
Juli-augustus

Bijzonderheden
Eetbare bramen van augustus tot en met september

 

Passiflora
Passiebloem, Passiflora carulea ‘constance elliott’, is een sterke cultivar van Passiflora caerulea met prachtig ivoorwitte bloemen. De Passiflora carulea komt oorspronkelijk uit centraal en west Zuid-Amerika. Hij wordt in ons land gewone of blauwe (caerulea betekent blauw) passiebloem genoemd. Het is de meest aangeplante soort omdat deze ook het meest winterhard is. Toch kan hij tot in de grond invriezen tijdens strenge winters. De kans dat ook de wortels invriezen is klein, behalve als hij in potten staat.De gewone passiebloem bloeit overdadig en lang van juni tot november. De bloemen worden in warme zomers vaak gevolgd door eivormige vruchten die later oranje kleuren. Ze zijn eetbaar, maar wel erg droog. In zachte herfst kan het blad tot ver in december aanblijven. Niet de liefde, maar de religie bezorgde de Passiflora of passiebloem haar naam. Dit dankt de plant aan de symbolen voor het lijden van Jezus die de naamgever, een katholieke missionaris, in de bijzonder gevormde bloemen zag. De drie stempels op de stijlen staan voor de drie spijkers waarmee Jezus werd gekruisigd, de vijf meeldraden zijn de vijf wonden en de blauwe cirkel de doornenkroon.

In het voorjaar ingevroren of te sterk uitgegroeide stengelmassa’s terugsnoeien. Geef ook in het voorjaar een goede basisbemesting en mest tijdens de groei nogmaals. Passiebloem heeft een klimsteun nodig waaraan ze zich met hun hechtwortels vast kunnen houden.

Winterhardheid
MatigGrondsoort

Voedzame, goed doorlatende grond

Vochtigheid
Normaal

Standplaats
ZonHoogte

5 meter
Blad / loof

Bladverliezend

Bloemkleur
Ivoorwit met blauw/paarsBloeitijd
Juni-november

Bijzonderheden
Fraaie oranje vruchten, zo groot als een kippenei

Rosa
Klimroos, Rosa, behoort tot de familie Rosaceae.
Wat is er nu mooier dan bloeiende rozen? Er zijn heel veel soorten rozen, van klimrozen tot wilde rozen. Het is handig om de verschillende typen te kunnen onderscheiden, zodat je de beste roos voor de juiste plek kunt kiezen.Klimrozen maken lange, slappe takken die als klimplant prima muren, schuttingen en pergola’s kunnen ‘bekleden’, Ze klimmen alleen niet vanuit zichzelf en moeten dus in hun weg naar boven geholpen worden. Ze kunnen worden vastgebonden tegen speciale rekjes, pergola’s of rozenbogen. Belangrijk bij de keuze van klimrozen is of ze doorbloeien of alleen in de zomer bloeien. Ook zijn er klimrozen op stam of als treurroos.

Een aparte groep klimrozen vormen de ramblers. Deze rozen, die meestal maar één keer per seizoen bloeien, zijn over het algemeen snelle groeiers die soms zelfs acht meter hoog kunnen worden. Ze maken enorme lange takken en ook prima in bomen ‘klimmen’. Ramblers bloeien naar kort en maken vaak veel botteltjes.

Het is natuurlijk prachtig om rozen langs de gevel te laten groeien. Heb je geen voortuin en wil je een roos tegen de gevel planten, dan is het weghalen van een paar stoeptegels een makkelijke oplossing. Sommige gemeenten zijn hier speciale regels voor en moet je om toestemming vragen. Ook zijn er steden waar de aanleg van geveltuintjes juist wordt gestimuleerd. Wil je zo’n fleurige groei langs de gevel dan kun je onderstaand stappenplan volgen.

1. Verwijder een of meer (rijen) stoeptegels en ook de grond daaronder zoveel mogelijk.
2. Vul de aarde aan met speciale rozengrond.
3. Maak de aarde in de pot van de roos goed nat.
4. Haal de roos zo voorzichtig mogelijk uit de pot en zorg dat de wortelkluit intact blijft.
5. Plant de roos net zo diep als hij in de pot heeft gestaan en druk de aarde voorzichtig aan.
6. Geef de roos flink water.Een klimroos is eigenlijk geen echte klimplant.

De klimroos moet geleid worden langs een houten of stalen klimrek. Ogen aanbrengen in de gevel en draden spannen is ook een mogelijkheid. Een ijzeren rozenstok is nog een andere mogelijkheid. Om de takken aan te binden kun je speciaal buisband, foamdraad of draadclips gebruiken.

Heb je rozen geplant, dan moet je ze vervolgens natuurlijk ook verzorgen. Bemest de roos in maart en in juli (als de eerste bloei voorbij is) met speciale rozenmest. Geef bij warm en droog weer extra water. Knip bij doorbloeiende rozen steeds de uitgebloeide bloemen af. Maart is de tijd om doorbloeiende rozen te snoeien. Snoei om de paar jaar een oude tak tot de grond weg. Zo ontstaan nieuwe takken en voorkomt u dat een roos alleen maar in de top gaat groeien. Eenmalig bloeiende klimrozen en ramblers snoei je na de bloei terug.

Het is verstandig om rozen aan te aarden; breng een 15 cm oog bergje aarde tegen de voet van de roos aan om de entplek te beschermen tegen de vorst.

Winterhardheid
Redelijk tot goedGrondsoort
Goed doorlatende humusrijke grond

Vochtigheid
Normaal

Standplaats
Zon en plant niet te dicht tegen de muur, vanwege droogte.Hoogte
Afhankelijk van de soort

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
Afhankelijk van de soort
(wit-roze-geel-rood-lila)Bloeitijd
Afhankelijk van de soort

Bijzonderheden
Afhankelijk van de soort wel of geen rozenbottels en wel of niet sterk ruikend

Rubus idaeus
Framboos, Rubus idaeus zorgt in juni-juli voor heerlijke vruchten: frambozen. Een goed idee om een struik in de tuin te hebben. Je kunt van de vruchten niet alleen verrukkelijke jam of siroop maken, het blad heeft ook een geneeskrachtige werking. Wanneer je de blaadjes droogt en een thee van trekt, helpt het bij diarree, bloedend tandvlees en zweertjes in de mond.Er bestaan grofweg twee soorten frambozen: de herfst- en de zomerframboos. De zomerframboos is rijp in juni-juli en heeft een cyclus van twee jaar. De struik geeft dus niet ieder jaar vruchten. De herfstframboos geeft weliswaar minder vruchten, maar hij geeft ze wel ieder jaar. De frambozen rijpen vanaf augustus tot de eerste nachtvorst.

Zet frambozen op een voedzame grond. Wat humus toevoegen aan een kalkrijke kleigrond kan geen kwaad. Compost is beter dan mest, die beïnvloedt de smaak en de houdbaarheid niet ten goede. Snoei na de pluk de takken die vruchten hebben gedragen. De beste tijd om framboos te planten is november en maart.

Winterhardheid
GoedGrondsoort
Voedzame grond

Vochtigheid
Normaal

Standplaats
Zon tot halfschaduwHoogte
Tot 2 meter

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
WitBloeitijd
Juni-juli

Bijzonderheden
Rode, eetbare vruchten; frambozen

 

Wisteria
Blauweregen, Wisteria sinensis ‘prolific’, is een cultivar met zeer lange bloemtrossen die massaal verschijnen. Door zijn uitbundigheid wordt deze bloeiende slingerplant toegepast op pergola’s en tegen muren. Van nature groeit blauweregen in bossen tegen bomen op. Hij wortelt in de door afgevallen bladeren, humusrijke bodem en klimt zo snel mogelijk naar het licht in de top van de boom. Voor een optimale ontwikkeling dient deze situatie zo goed mogelijk nagebootst te worden.Wortels van Wisteria sinensis ‘prolific’ dienen in de schaduw in humusrijke bodem te staan en de blauweregen dient naar de zon te kunnen klimmen. Hierbij is een goede ondersteuning nodig, omdat Wisteria sinensis ‘prolific’ grote groeikracht bezit. De takken kunnen armdik worden en beschadigingen aanbrengen aan bijvoorbeeld regenpijpen. Bij een goede verzorging kan hij wel 10 meter lang worden. Blauweregen kan tientallen tot honderden jaren oud worden. Met het verouderen krijgt de hoofdstam een grillige structuur. De grote trossen paarsblauwe bloemen verschijnen al in april en mei voordat er blad ontstaat, waardoor de bloemen extra opvallen. De bloemen geuren lekker zacht. Een tweede bloei in september komt voor. De Wisteria sinensis ‘prolific’ is afkomstig uit China en bloeit echter pas voor het eerst na drie tot vier jaar na het planten.

Bij Wisteria sinensis ‘prolific’ is onderhoud belangrijk. Dat betekent dat hij minimaal twee maal per jaar gesnoeid en bemest moet worden. Bij gebrek aan onderhoud gaat hij woekeren. Snoeien is voor de mooiste bloei belangrijk. Het is verstandig een stelsel te bouwen waarlangs de blauweregen zich ontwikkelt. Bevestig deze takken aan de gevel of onderaan de pergola. De zijtakken worden gesnoeid tot op twee tot drie ogen waardoor stompjes van ongeveer 10 cm overblijven. Deze snoei vindt plaats in het voorjaar zodra de knoppen wat dikker worden. Daarna worden lange scheuten gevormd die in de zomer nogmaals worde verwijderd, weer tot op twee tot drie ogen. Verwijder scheuten die uit de basis komen. Zij zijn waarschijnlijk wild. Verjongingssnoei is voor Wisteria sinensis ‘prolific’ meetsal niet nodig. Mocht je fors snoeien, dan kan het jaren duren voor er weer bloemen verschijnen.

Deze sterke groeier heeft veel voedingsstoffen nodig. Daarom heeft hij behoefte aan een voedzame bodem die het vocht enigszins vasthoudt. Door in het voorjaar goed te bemesten met organische mest geeft u de benodigde stoffen. U kunt nog eens bijmesten in juni of juli voor de eventuele nabloei.

Winterhardheid
GoedGrondsoort

Voedzame grond

Vochtigheid
Matig tot vochtig

Standplaats
Voet bij voorkeur in de schaduw, volle zon vanwege de bloeiHoogte

10 meter

Blad / loof

Bladverliezend

Bloemkleur
Violetblauw
Bloeitijd
April-mei

Bijzonderheden
Stam krijgt grillige structuur