Groenten kweken

Groenten kweken

Zelf groenten kweken is ontzettend populair geworden de laatste jaren. Komt het door de bevlogenheid van bijvoorbeeld Jamie Oliver die op televisie regelmatig zijn eigen moestuin liet zien? Of wellicht doordat zelfs Michelle Obama hier een boek over schreef? Feit is dat het inmiddels het suffe imago helemaal kwijt is en steeds meer mensen hier enorm veel plezier aan beleven. Hieronder vindt u een overzicht van de meest eenvoudig te kweken groenten:

Groenten kweken – aardappelen

Aardappelen zijn erg eenvoudig te houden in de moestuin. Als je hiermee begint, kun je ervoor kiezen de aardappel voor te laten kiemen. Dit betekent dat je de aardappel alvast uit laat schieten. Je kent dit vast wel van je eigen aardappelen voor gebruik bij het koken.

De aardappelen poten we vanaf februari buiten in bedden. Dit doe je door een richel te maken van 15 centimeter diep. Hierin poot je de aardappelen circa 50 centimeter uit elkaar. Vervolgens dek je de aardappelen af met een laagje grond.

Als de eerste scheuten boven de grond beginnen te komen, beginnen we met aanaarden. We werken grond aan als de scheuten ongeveer 20 centimeter hoog zijn. Hierdoor komen de aardappelen voldoende onder de grond te liggen. Doen we dit niet, dan kunnen de aardappelen groen blijven. Deze zijn niet eetbaar.

Drie maanden na het aanplanten kunt u de nieuwe aardappelen gaan oogsten. Gebruik hiervoor een riek die je diep onder de plant zet. Tijdens het omhoog halen van de riek blijven de aardappelen op de tanden liggen. Aardappelen blijven in een koele en donkere ruimte nog lange tijd goed voor consumptie.

Groenten kweken – bonen

Boontjes zijn erg geliefde groenten in onze Nederlandse keuken. Vooral de verse boontjes in de zomer zijn vaak heerlijk van smaak. Wat erg fijn is voor de liefhebbers, is dat het erg eenvoudig om zelf deze groenten kweken. Door de verticale groei hebben ze bovendien relatief weinig ruimte nodig.

Bepaal een plek in de tuin waar je de boontjes wilt gaan kweken. Kies bij voorkeur een zonnige plek uit. De bonen kunt u een dag laten weken in water, dat zorgt voor een snellere ontkieming. Stop de bonen tussen de 5 en 10 centimeter diep in de grond, met een tussenruimte van 20 centimeter. Zelf plaats ik altijd een bamboestok bij de bonen waarlangs ze naar boven kunnen groeien. Je kunt meerdere bonen rondom één stok planten. Andere raamwerken voldoen ook prima. Als de ranken maar houvast hebben om hun weg naar boven te vinden.

Ongeveer 3 maanden na het zaaien van de bonen kunt u beginnen met oogsten. Haal de bonen op tijd van de plant. Al snel gaat de boon veel energie steken in het maken van de nieuwe zoden(bonen). Hierdoor worden ze melig en de buitenkant erg taai.

Groenten kweken – sjalotten en uien

Deze plant – die duidelijk verwant is aan de verschillende uisoorten – is vanwege zijn opbrengst en gemakkelijke teelt een aanrader. Uit één plant sjalot komen 8 tot 10 nieuwe sjalotten tevoorschijn. Bovendien stelt de plant geen bijzondere eisen, bijvoorbeeld een drassige natte grond.

Plant sjalotten begin februari de grond in. Ter voorbereiding maken we de ondergrond goed los en spitten hier bij voorkeur compost doorheen. Vervolgens plant u de sjalot zo diep dat er nog een derde van de sjalot zichtbaar blijft boven de grond. Stop ze niet volledig onder de grond. Hierdoor kunnen ze gaan rotten. Onderlinge afstand van de sjalotten is 30 centimeter.

Na 5 a 6 maanden zijn de nieuwe sjalotten klaar om geoogst te worden. Je kunt dan naar behoefte sjalotten “plukken” van de plant. Later in het seizoen, als het loof begint af te sterven, kunt u alle sjalotten oogsten en laten drogen. Bind de sjalotten met het loof in trossen aan elkaar en hang ze in een droge ruimte te drogen.

Groenten kweken – courgette

Groenten kweken als bij de courgette maakt het kweken erg leuk. Mits hij op een zonnige ruimte wordt uitgeplant, is een goede oogst gegarandeerd. Per toeval kwam ik achter het kweken van courgette, ik kreeg ooit één plant cadeau. Deze heb ik toen zonder nadenken op een mooie warme plek gezet en die zomer ruim 20 courgettes geteeld.

Vanaf eind april kun je courgettes binnen of in een kas zaaien. Gebruik hier bij voorkeur zaai- of stekgrond voor. Nadat ze in een warme omgeving hebben kunnen ontkiemen en groeien, kun je ze vanaf eind mei buiten uitplanten. Het worden echt gigantische planten dus 1 m2 per plant is geen overbodige luxe. Vanwege de enorme groei is het noodzakelijk om bij te mesten.

Al snel na het uitplanten kun je wekelijks één of meerdere vruchten per plant oogsten. Snij ze met een klein stukje stengel af en bewaar ze niet te lang. Als je op tijd de vruchten wegneemt zal de plant al snel weer nieuwe vruchten maken. De vruchten kunnen erg groot worden, maar als ze zo’n 20 centimeter groot zijn hebben ze een fantastische smaak. Oogsten kan gedurende de zomermaanden. Naarmate het kouder wordt, zal de plant afsterven en geen vruchten meer geven.

Groenten kweken – kool

Ondanks dat er veel verschillende koolsoorten zijn, hebben ze de teeltwijze allemaal gemeen. Dit maakt het dan ook erg geliefde planten voor de moestuinbezitter. Je kunt de diverse koolsoorten vanaf eind februari/begin maart binnen of in een kas opkweken. Zodra de vorst weg is, kunt u ze buiten uitplanten. Geef tijdens het uitplanten tenminste 60 centimeter ruimte aan de planten. Dit hebben ze zeker nodig om een goede oogst te geven.

Groenten kweken – paprika

Paprika’s kweken is ook thuis heel goed mogelijk. Het is wel raadzaam om al in februari te beginnen met het zaaien van de paprika. De zaadjes ontkiemen bij een temperatuur van 20 tot 25 graden. Zaai ze niet te dicht op elkaar. Later als je ze gaat verspenen, kan dit tot problemen leiden.

Na circa twee weken beginnen de zaadjes uit te komen. Zodra de paprikaplantjes 4 blaadjes hebben, kun je ze gaan verspenen. Je haalt de paprikaplantjes voorzichtig uit de zaaibak en plaatst ze per plantje in een potje. De plantjes zet je vrij diep, tot aan de eerste blaadjes, in de grond. Er zullen dan extra wortels gevormd worden die er later voor zorgen dat de plant meer stevigheid heeft.

Zodra de planten (nog steeds binnen) een hoogte hebben bereikt van 15 tot 20 centimeter, zijn de bakjes waarschijnlijk te klein geworden. Plaats daarom de planten met de potjes tegen elkaar en vul de bovenkant aan met een laag van 5 tot 10 centimeter potgrond, compost of bemeste tuinaarde. Zorg ervoor dat de planten voldoende zonlicht krijgen, bij voorkeur in de vensterbank of ergens anders bij het raam.

Op warme dagen in april doe je er goed aan de planten overdag vast buiten een beetje af te harden. Op deze manier bereid je ze voor op de overgang van binnen naar buiten. Eind mei mogen de plantjes dan eindelijk buiten uitgeplant gaan worden. Geef elke plant een tussenruimte van 30 centimeter. Het allerbelangrijkste is een warme beschutte plek. Het is geen inheemse plant en zonder voldoende zonlicht zal de plant slecht groeien en weinig vruchten gaan vormen.

Zodra ze vruchten gaan vormen is het belangrijk de plant te gaan ondersteunen. Er zijn verschillende kleuren paprika’s. Zodra de paprika van groen naar de uiteindelijke kleur verandert, is deze rijp om te plukken. Paprika’s kweken kost wat meer tijd en moeite dan de andere groenten, maar is erg leuk om te doen.

Groenten kweken – pepers

Ook het kweken van pepers is thuis goed te doen. Het kweken van de pepers komt grotendeels overeen met de paprika. Daarom raad ik ook aan om het bovenstaande stappenplan te volgen. Dus vroeg beginnen met zaaien in huis, ze in april/mei afharden om ze vervolgens eind mei buiten uit te planten.

Peperplanten zou je eind september oktober weer uit de tuin kunnen halen en binnen voor het raam laten overwinteren. Aangezien het geen eenjarige plant is, heb je kans dat hij ook binnenshuis vruchten blijft maken.

Groenten kweken – prei

In de polder is regelmatig te zien, hoe goed de prei het doet in ons klimaat. Hij is dan ook uitstekend geschikt om thuis in de tuin te kweken. Je kunt ze zaaien en zo opkweken tot de prei die je uiteindelijk kunt oogsten. Dit is een erg lang traject. Ik kies er zelf meestal voor om op de markt een bosje met kleine preitjes te kopen. Er zitten dan vaak 10 of 20 preitjes op een bundel.

Mocht je ze toch willen zaaien: begin dan ook hier vroeg mee, februari/maart. Je zaait de prei op een zaaibed buiten. In mei zijn de preitjes dan groot genoeg om ze uit te planten. Om ze uit te planten haal je allereerst een kwart van het loof aan de bovenkant weg. Aan de onderkant neem je ook een stuk van de wortels terug. Op deze manier verdampt er niet te veel vocht via het blad en stimuleer je de plant weer snel de groei te hervatten.

Deze kun je direct buiten uitplanten. Doe dit in richels in goed losgemaakte grond. Handig hulpmiddel bij het uitplanten is een ronde stok waarmee je gaten prikt. In die gaatjes plaats je de preitjes. Plant preien altijd in richels, en geef ze een onderlinge afstand van 15 centimeter. Aan het eind van de zomer/begin herfst zal je prei klaar zijn voor de oogst.

Tips:

Prei kun je uitstekend inkuilen. Oogst gerust alle prei als je de ruimte nodig hebt en leg ze tegen elkaar aan. Stop ze vervolgens tot aan het groene loof onder de grond. Druk wel de lucht goed er tussenuit. Op deze manier kun je de preien lange tijd buiten in een kleine ruimte bewaren. Voor een goed biologisch evenwicht is het aan te raden naast de prei- en uisoorten worteltjes te kweken.

Groenten kweken – sla en spinazie

Sla en spinazie zijn echt heel gemakkelijk te kweken in de tuin. Zaai ze in het voorjaar of zelfs nog in de zomer in richeltjes. Slasoorten zijn erg snelle groeiers en je zult er erg snel plezier van hebben. Je kunt er voor kiezen om elke twee weken weer een klein stukje in te zaaien. Zo heb je later continu plezier van verse sla in de zomer. Sla heeft geen ontzettend zonnige plaats nodig. Je zou ze ook in de schaduw van je bonenplantjes kunnen zaaien.

Tip: vergeet met name bij de rucola niet de bloemen eruit te halen. Uit de bloemen komen al erg snel zaden. Voor je het weet nemen de planten je borders over.

Groenten kweken – tomaten

Van het zaaien van tomaten kun je erg veel plezier hebben. Eenmaal gewend aan de temperatuur buiten groeien ze enorm. Als je ze goed bemest, ondersteunt en dieft is een goede oogst gegarandeerd. In februari en maart kun je al binnenshuis beginnen met het zaaien van tomaten. Plaats de kweekbak op een warme zonnige plaats in huis en na twee weken zul je de eerste zaadjes uit zien komen.

Zodra het echte plantjes beginnen te worden kun je ze in potjes uit gaan planten. Bewaar de plantjes tot eind mei op een warme zonnige plaats in huis. Wel kun je ze in april en mei overdag op zonnige warme dagen op een beschutte plaats in de tuin afharden. Als de plantjes onvoldoende zonlicht krijgen, zullen ze enorm doorschieten en erg licht groene bladeren gaan vertonen.

Eenmaal buiten uitgeplant zul je de planten erg goed moeten begeleiden. Maak een raamwerk van bamboe stokken waaraan je de planten kunt opbinden. Tomaten die op de grond liggen, zullen snel gaan rotten. Het is erg belangrijk om dit te voorkomen. Zodra de planten trossen tomaten beginnen te vormen, is het noodzakelijk dat je de planten gaat dieven. In de oksels van de tomatenplanten zul je zien dat er nieuwe bladeren komen die uitgroeien tot nieuwe scheuten. Als je deze niet wegneemt, gaat dit ten koste van de vruchtvorming.

In de zomer kun je gaan genieten van de vruchten die rood of bij sommige soorten geel beginnen te kleuren. Als ze onvoldoende licht of warmte krijgen kun je ze voortijdig oogsten en laten rijpen in de zon op een warme lichte plaats.

Groenten kweken – wortels

Hoewel er veel verschillende soorten wortels zijn, lijken ze qua teelt erg veel op elkaar. Dit is voor de beginner erg leuk om te doen. Lastig is alleen om in te schatten wanneer ze klaar zijn om te oogsten. Je kunt immers niet onder de grond kijken.

Je kunt de diverse soorten wortelen het hele jaar door zaaien. Zorg ervoor dat je goed aangeeft welke soort in welke rij is gezaaid. Voordat je begint, zorg je ervoor dat de grond goed gelijkmatig gespit is. Maak vervolgens een kleine ondiepe richel, 1 cm. Verspreid hierin de zaden en maak de richel weer dicht. Onderlinge regelafstand is 25 centimeter.

Zorg dat je tijdens het groeien van de wortels regelmatig onkruid weghaalt. Doe dit vooral op regenachtige dagen. Dan heb je geen last van insecten die de grond in gaan om vervolgens de wortelen aan te vreten.

Oogsten kan gedurende het hele jaar, behalve tijdens de vorst. Na de oogst kun je wortelen inkuilen of – afgedekt met grond – bewaren in kisten.