Druiven snoeien
Het snoeien van fruitbomen of druiven is doorgaans een vrij specialistisch werk. Het snoeien of plukken van druiven is meer dan zomaar een hengst aan een tros geven. Zeker om van een jonge plant een goede sterke plant te krijgen die jaarlijks veel druiven voorbrengt. Bij elke keer dat u de druif snoeit, zal deze opnieuw vertakken, deze vertakkingen noemen we bij de druif ranken. Door de druif op een dergelijke manier te snoeien, zorgt u ervoor dat de druivenplant erg veel ogen krijgt. Aan deze ogen zullen in de zomer druiven komen.
Wanneer moet u een druivenstruik snoeien?
Druiven kunt u gedurende twee perioden in het jaar snoeien. Bij de druif spreken we van een zomer- en een wintersnoei. In de zomer snoeien we de druif om ervoor te zorgen dat de energie van de plant niet alleen in de groei wordt gestoken. Door tijdig de uitlopers terug te nemen, gaat de plant meer energie steken in de vruchten die zich vormen aan de plant. Zodra de plant volledig in het blad zit en trosjes met druiven begint te vormen, kunt u overgaan tot het snoeien van de plant.
In de winter wordt de plant gesnoeid om ervoor te zorgen dat het aantal ranken toeneemt in het volgende groeiseizoen. De snoei in de winter vindt plaats in december en januari. Let wel op, want tijdens zachte perioden kan de sapstroom van de plant al op gang komen. Snoeit u dan toch, dan kan de druivenplant gaan bloeden. Doordat de druif een enorme sapstroom heeft, kan hierdoor veel kracht van de plant letterlijk wegvloeien.
Hoe dient u een druivenstruik te snoeien?
Indien u een druivenplant vanaf een kleine dunne uitloper uit wilt laten groeien, dan dient u veel tijd te besteden aan het snoeien van de plant. Het eerste jaar wordt de plant in de winter teruggenomen tot op 30 centimeter van de grond. De vertakkingen die in het eerste jaar groeien, worden getopt als ze een lengte hebben bereikt van twee meter. Zijtakken die hieraan ontstaan, mogen uitlopen maar worden teruggenomen als ze meer dan twee bladeren vormen. In het derde jaar gaat de plant pas echt de lengte in. Uitlopers mogen dan tot 3,5 meter lang worden. Vertakkingen aan de zijkant van de hoofdranken dienen beperkt te worden tot de lengte van 1 meter. Alle uitlopers van de plant worden tijdens dit proces continu opgebonden aan allerlei constructies die bestemd zijn om druiven tegenaan te laten groeien. Dit kunnen gaaswerken, pergola’s, overkappingen etc. zijn.
Bij het snoeien van druiven kennen we twee verschillende methoden. De twee bekendste snoeimethodes zijn:
Cordon snoei
Cordon snoei – Bij deze vorm van snoeien is het mogelijk een grote stokafstand te bewerkstelligen. Bij de stammen die één of twee meerjarige zijtakken bezitten, moeten de scheuten elk jaar twee tot drie ogen worden teruggesnoeid. Als dit is gebeurd, krijg je onherroepelijk nieuwe twijgen. Aan deze twijgen zullen de trossen druiven zich gaan vormen. De meerjarige takken kenmerken zich onder meer vanwege de grote reserve die zij hebben opgebouwd. Daardoor zijn zij goed bestand tegen de vorst. Een nadeel van deze manier van snoeien is, dat er altijd onwillige scheuten ontstaan die geen vruchten geven. Deze moeten wél altijd verwijderd worden.
Guyot snoei
Guyot snoei – Deze manier van snoeien wordt gezien als de meest vruchtbare. Want over het algemeen blijven de ogen tijdens het snoeien behouden. Het nadeel van de Guyot-manier is dat de kwaliteit achteruit kan gaan, omdat de belasting van de stok zo groot is. Het is een tijdrovende en precieze manier van snoeien. Want elke nieuwe scheut dient platgelegd en aangebonden te worden. Daarbij loopt men dan ook nog eens het risico fat er een breuk of scheuring kan ontstaan.