Composthoop maken
Elke tuin levert een aanzienlijke hoeveelheid groenafval. Denk hierbij niet alleen aan het gemaaide gras en het blad in de herfst. Ook onkruiden, snoeiafval, dode stengels en bladeren van vaste planten nemen behoorlijke hoeveelheden aan gedurende een seizoen. Veel van deze plantenresten kunnen omgezet worden tot een prima meststof voor de tuin. Dit noemen we composteren. Om dit proces te laten plaatsvinden moeten we een composthoop maken.
Composthoop maken – wat is het nut?
Er zijn veel verschillende redenen om een composthoop aan te leggen. Niet alleen is er een groot praktisch aspect – je kliko zit minder snel vol of je bespaart jezelf een ritje naar de vuilnisstort – maar compost is een weldaad voor uw tuinplanten.
Compost bevat veel voedingsstoffen die uw tuinplanten nodig hebben om elk jaar weer te kunnen groeien. Het strooien van compost bij de planten of toevoegen aan de grond van uw moestuin zullen zorgen voor een betere groei en/of oogst.
Bovendien zorgt het toevoegen van compost voor een verbetering van de grond. Hierdoor is de grond beter in staat water vast te houden wat goed is voor de wortels van uw planten. De wortels hebben bovendien profijt van de bescherming die het laagje compost geeft tegen vorst, ziektes en schimmels.
Composthoop maken – hoe maakt u dit?
Om je eigen compost te maken, heb je een composthoop nodig. Die kunnen we maken in een bak of vat dat gekocht kan worden in een tuincentrum. Maar het kan ook uitstekend gedaan worden in een zelf gemaakte constructie. Een composthoop maken is vrij eenvoudig en levert veel goede meststoffen op voor je planten.
Als je zelf een composthoop wilt maken, is het goed om van tevoren een inschatting te maken van de hoeveelheid groen afval die je hebt. Afhankelijk van de grootte kun je een simpel houten raamwerk maken waar binnen je het afval kunt storten. Dit hoeft niet afgetimmerd te worden aan de zijkant. Lucht is immers goed voor het rottingsproces en de insecten en schimmels die uw composthoop herbergt.
- Allereerst zorg je ervoor dat de composthoop in contact staat met de grond. Verwijder dus alle obstakels die dit vermijden.
- Begin met het maken van een houten raamwerk, de grootte is afhankelijk van uw eigen behoefte. Maak drie van de zijkanten ‘dicht’ met kippengaas, de andere zijde wordt de voorkant.
- Maak een houten paneel dat als deur of luik dienst kan doen.
- Begin met het opbouwen van de composthoop. Plaats de grovere materialen onderin zodat niet alle lucht uit deze hoop wordt geperst.
- Mocht je compostversneller of kalk willen toevoegen, doe dit dan iedere 20 centimeter.
Indien je erg veel afval hebt en er genoeg ruimte aanwezig is, is aan te raden de composthoop uit verschillende vakken te laten bestaan. Op die manier kun je het afval altijd kwijt en kun je bij het omzetten het simpelweg overgooien van het ene in het andere vak.
Er is geen betere weg naar bodemvruchtbaarheid dan een overvloed en verscheidenheid aan onkruiden in de composthoop. Naast onkruiden kan werkelijk alles wat eens geleefd heeft gebruikt worden: maaisel van het gazon, bladeren, dun snoeihout; keukenafval zoals koffiedrab, theebladeren, groenteschillen en stof uit de stofzuiger. Stronken van kool en dergelijke moeten eerst klein gemaakt worden.
Als u een zure grond hebt, kunt u eierschalen toevoegen. Niet te gebruiken zijn bladeren van bijvoorbeeld laurier en klimop, omdat deze niet snel genoeg verteren. Evenmin dennennaalden, rabarberbladeren en mos.
Om de compost te bereiden maakt u een kist die zijkanten heeft van 0,90 – 1,20 m lengte en die maximaal 1,50 m hoog is. Voor de bouw ervan kunt u alles gebruiken dat voorhanden is, zoals betonblokken, bakstenen, strobalen, hout of platen golfijzer. Hierna moet u de grond enigszins los maken. Dat bevordert de drainage en maakt dat regenwormen zodra nodig in de compost kunnen komen.
Wanneer u de kist gemaakt hebt moet u het volgende doen:
1. Maak een bodemlaag van rijshout en drainagepijpen of dubbele rijen bakstenen om te zorgen voor een goede doorluchting. Dit laatste is uiterst belangrijk. Wanneer namelijk de koude lucht binnenkomt gaat de warmte als door een schoorsteen omhoog, waardoor de hele hoop verwarmd wordt. Ventilatie van opzij is niet nodig en wordt tegenwoordig dan ook niet meer aangeraden.
2. Meng de onkruiden en het afval grondig en maak het materiaal zo nodig vochtig, maar niet doorweekt.
3. Als u een laag van 20 cm van het mengsel hebt, verspreid er dan wat activator over. Daarvoor kan het volgende dienen: vers gesneden brandnetels, dierlijke mest, niet-giftig rioolslib, bloedmeel, fijngemaakt zeewier, sterk verdund vloeibaar zeewier-extract of een paar handenvol ammoniumsulfaat (zwavelzure ammoniak). Tuincentra verkopen organische en anorganische activators van bepaalde merken. Al deze activators brengen stikstof in de grond, waar de micro-organismen mee aan het werk gaan. Hierna moet een dun laagje grond over het geheel worden verdeeld. As van een houtvuur kan in de plaats komen van deze grond. Het afdeklaagje is bedoeld om vrijkomende ammoniak vast te houden tot de micro-organismen deze kunnen benutten.
4. Bouw de volgende laag op van materiaal dat ook weer van tevoren gemengd is en eindig weer met een toplaagje. In stadstuinen is de grond vaak zuur, toevoeging van kalk is dan nuttig (ongeveer 100 gram per m2).
5. Verspreid over de volgende laag weer een kleine hoeveelheid activator en een afdeklaagje en ga met deze lagen door tot de kist vol is. Leg zolang de hoop nog niet klaar is, voor het vasthouden van de warmte die ontstaat, wat zakken of een oud tapijt op het geheel. Een vel polytheen voorzien van wat openingen kan ook dienst doen. Deze openingen zijn belangrijk, want ze laten het koolzuur ontsnappen. Maak tenslotte de bovenkant vlak en spreid er een deklaag grond over heen. Tegen de regen moet u een schuinaflopend deksel op de vier hoeksteunen leggen.
Voor een snelle afbraak en het vernietigen van zaden en eventueel ziek materiaal moet men streven naar een temperatuur van 60 °C in de composthoop. Ga voor het controleren van de temperatuur als volgt te werk: steek een stok in de hoop, trek hem eruit en houd een thermometer bij de hand. (gebruik er wel eentje die de genoemde temperatuur kan aangeven, dus bijvoorbeeld geen koortsthermometer). Laat de thermometer nu aan een touwtje in het gat zakken. Na enkele minuten kan dan de temperatuur worden afgelezen.
Binnen een week na het voltooien van de composthoop moet het midden ervan zijn maximumtemperatuur bereikt hebben. Wanneer men de bedekking optilt, moet de bovenkant goed warm aanvoelen en moet er de damp afslaan. De warmte verspreidt zich door de hoop tot ongeveer 15 cm van de zijkanten. In deze buitenste laag verteert het materiaal langzaam, zodat zaden en eventueel ziek materiaal niet altijd helemaal vernietigd worden. De hoop moet daarom 3-4 weken na de voltooiing een keer omgezet worden, waardoor de koelere boven-, onder- en zijkanten naar het midden worden verplaatst. Als dit niet mogelijk ie moet de buitenste 7-15 cm van de hoop bij het gebruik achtergehouden worden; dit deels verteerde materiaal kan dan dienst doen als basis voor een nieuwe hoop.
’s Zomers moet de compost in ongeveer 12 weken klaar zijn. ’s Winters duurt het langer: een hoop die in oktober-november wordt gemaakt zal pas in maart-april klaar zijn. Menging is belangrijk, vooral bij het gebruik van grasmaaisel. Dit moet nooit zonder te mengen op de hoop gebracht worden, omdat het anders een slijmerige zwarte massa wordt en het verteringsproces tot stilstand brengt.
Goede compost ruikt goed. Hij is rul, maar als je een handvol ervan samenknijpt moet het materiaal enigszins samenklonteren. De beste tijd om compost op de grond te brengen is het voorjaar, zodat de wortels de voedingsstoffen ‘bij de hand’ te hebben. Om de grond in goede conditie te brengen, is het echter ook nuttig in het najaar compost in de vorm van een mulchlaag op te brengen.
Het aanbrengen van compost op de border betekent, dat u daar niet meer in hoeft te spitten. Spreid het materiaal uit en werk het met behulp van hark of riek in de bovenste 5-10 cm. Laat de rest over aan de wormen, die het spoedig verder zullen verwerken. Een emmer vol per vierkante meter is een goed gemiddelde, maar meer kan geen kwaad.
U hebt nu alle voedingsstoffen die de onkruiden hadden verzameld weer teruggebracht in de grond, met als resultaat sterke en gezonde tuinplanten. Nog een laatste opmerking: plant vlierstruiken bij de composthoop, ze bevorderen de vertering. Leg de hoop niet aan onder coniferen: zij belemmeren het proces.