Varens

Varens

Varens vormen een merkwaardige plantengroep. In tegenstelling tot alle andere planten die we in de tuin toepassen, bloeien ze niet. Hun sierwaarde wordt uitsluitend bepaald door de bladeren en daarin excelleren ze dan ook. Het is onvoorstelbaar hoe groot de variatie in vorm van de vaak samengestelde bladeren is. Maar er is meer; de bladeren vormen niet de eentonige groene massa waar ze vaak voor gehouden worden. Het aantal groentinten is schier eindeloos. Varens vermeerderen zich via sporen, en de sporendragende (fertiele) bladeren zijn veelal anders van vorm dan de onvruchtbare (steriele) bladeren van de plant.

De groeiomstandigheden

Varens groeien, slechts enkele soorten uitgezonderd, in bossen of op lommerrijke plaatsen. Schaduwrijk dus en de luchtvochtigheid is daar net iets hoger dan op plaatsen in het open veld. Bijna overal waar we winterharde tegenkomen is de grond vochtig en ligt er een dikke laag humus die is ontstaan door afgevallen bladeren van de bomen. En waar van nature varens groeien is het ’s zomers meestal iets koeler. Het feit dat dat veelal beschutte plaatsen zijn, speelt daarbij uiteraard een rol. Met deze natuurlijke groeiomstandigheden moet rekening worden gehouden bij het toepassen van varens in de tuin.

Grond aanpassen

Als in een tuin varens worden toegepast is het zaak de grond aan te passen aan de eisen zoals hiervoor vermeld. Varens wortelen in het algemeen vrij oppervlakkig, vooral in de (dikke) laag humus die zich in de loop van jaren heeft gevormd. Dat betekent dat voldoende bladhumus door de bovenste laag van de grond worden gewerkt. Bladhumus heeft de voorkeur boven ander organisch materiaal zoals compost en tuinturf. De grond moet weliswaar voldoende vochtig zijn. Dat betekent nog niet dat varens het, enkele uitzonderingen daargelaten, in slecht doorlatende grond naar hun zin hebben. Zomaar een laag bladeren in de grond aanbrengen leidt zeker niet tot het gewenste resultaat. De ondergrond moet los worden gemaakt en er moet een overgangszone zijn bestaande uit een mengsel van de aanwezige grond en de aangevoerde bladgrond.
Dat er, om een goede groei van varens zeker te stellen, voldoende schaduw in de tuin moet zijn, spreekt voor zich. Daarbij zijn bladverliezende bomen en struiken te verkiezen boven groenblijvers zoals coniferen. Varens groeien graag beschut. Ze hebben een hekel aan (uitdrogende) wind, waarbij de vaak tere structuur van de bladeren zeker een rol speelt.

Planten en verzorgen

De beste tijd om varens te planten is het voorjaar, op het moment dat de jonge bladeren zich beginnen te ontwikkelen. Het najaar kan ook, de planten hebben dan wat langer de tijd om aan hun nieuwe groeiomstandigheden te wennen. Plant varens, die in potten worden geleverd, net iets dieper dan ze in de pot gestaan hebben (geldt niet voor Polypodium en Adiantum). Na het planten moet de grond tussen de planten worden afgedekt met een extra laagje verteerd blad. Met name in specifieke varentuinen is het gewenst een sproei-installatie aan te brengen. In dit geval zijn zogenaamde rotorsproeiers, die het water fijn verdelen, ideaal. Ze verbruiken minder water dan andere sproeisystemen en zorgen voor een microklimaatje met een wat hogere relatieve luchtvochtigheid.

Toepassing

U kunt ertoe besluiten op beschaduwde plaatsen enkele varens toe te passen. Ze geven meerwaarde aan de beplanting omdat ze anders zijn dan bloemplanten. U kunt ook verdergaan en varens een hoofdrol toebedelen. Met name tuinen of tuingedeelten die op het noorden zijn gesitueerd komen hiervoor in aanmerking.
Wat betreft de buren van de varens moet u selectief zijn in uw keuze. Bomen en heesters moeten voor de nodige schaduw zorgen en de echte buren moeten worden gezocht in kruidachtige gewassen zoals vaste planten en knolgewassen. Zoek naar planten die ook in de natuur in gezelschap van varens voorkomen. Dat beperkt de keuze enigszins, maar versterkt wel het karakter van de tuin, die toch als een natuurtuin moet worden bestempeld.
Bij de keuze van schaduw gevende houtige gewassen moet u erop letten dat de kroon niet te zwaar is en het gewas bij voorkeur diep wortelt. Grote sierwaarde is in dit geval minder belangrijk dan praktisch nut. Toepasbaar zijn bomen zoals berk, lijsterbes, Japanse notenboom, veldesdoorn en Prunus serrula met de mooie mahoniekleurige stam.
Van de heesters komen onder andere krentenboompje, toverhazelaar, kronkelhazelaar, Japanse esdoorn, schijnhazelaar, meloenboompje en sneeuwklokjesboom in aanmerking.
Het aantal vaste planten dat goed met varens kan worden gecombineerd is groot. We noemen er een paar: kerstrozen (vooral de Helleborus Orientalis groep), longkruid, Japanse Anemoon, maagdenpalm, geitenbaard, Rodgersia, zilverkaars, elfenbloem, Primula, schuimbloem (Tiarella) en maarts viooltje. In het vroege voorjaar kunnen allerlei bescheiden bol- en knolgewasjes (sneeuwklokjes, sterhyacintjes, bosannemoontjes, daslook en vogel-op-de-kruk) de varentuin de nodige kleur geven.

 

Asplenium scolopendrium
Tongvaren,  Asplenium scolopendrium, heeft haar eerste naam te danken aan het Griekse woord ‘splen’, wat milt betekent, vanwege als geneesmiddel tegen milt- en leverklachten. De tongvaren dankt zijn naam aan de lange, slanke bladeren, die sterk op een tong lijken. Ze zien er altijd mooi uit met glimmend groen blad. Een mooi gezicht om in het voorjaar de bladeren te zien uitrollen. Voor liefhebbers zijn op de onderkant van de bladeren de sporenhoopjes een mooi detail. De bladeren blijven het hele jaar groen. De tongvaren kan en dient ook vrij donker te staan. In de zon worden de bladeren geel. In maart en april de oudste bladeren afknippen; je houdt dan de mooie bladeren over. Gewend aan het voedsel uit de vele bladeren die in het najaar in de natuurlijke omgeving vallen, houdt deze varen van wat extra compost. Wanneer je dit in het najaar rond de wortels strooit geef je ook nog wat extra bescherming tegen de winter. Bij langdurige droogte dien je wat extra water te geven.
Winterhardheid
GoedGrondsoort
Kalkrijk

Vochtigheid
Vochtig

 

Standplaats
Halfschaduw tot schaduwHoogte
50 cm

Blad / loof
Wintergroen

Bloemkleur
Niet van toepassingBloeitijd
Niet van toepassing

Bijzonderheden
Groeit zelfs in het donker

 

Cystopteris fragilis
Blaasvaren,  Cystopteris fragilis, is een varen uit de familie Cystopteridaceae. De plant is in België en Nederland zeldzaam. De soort komt vooral voor in loofbossen en op rotswanden met een kalkarme tot kalkrijke bodem. De bodem dient matig voedselrijk te zijn. De blaasvaren dankt zijn naam aan de blaasvormige dekvliesjes die de onrijpe sporenhoopjes bedekken. De blad is lichtgroen, langgerekt driehoekig tot ovaal en drievoudig gedeeld. De blaasvaren verdraagt geen droogte.
Winterhardheid
GoedGrondsoort
Matig voedselrijk

Vochtigheid
Vochtig

 

Standplaats
Half schaduw tot schaduwHoogte
40 cm

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
Niet van toepassingBloeitijd
Niet van toepassing

Bijzonderheden
Groeit ook op oude vochtige muren en waterputten

 

Dryopteris filix mas
Mannetjesvaren, Dryopteris filix-mas, heeft zijn naam niet te danken aan het feit dat dit een mannelijk exemplaar is. Het komt door zijn ‘stoer’ uiterlijk. De naam van het varengeslacht Dryopteris is afkomstig van de Griekse woorden ‘drys’ (eik) en ‘pteris’ (varen). Dit verwijst naar hun oorspronkelijke vindplaats in de eikenbossen op het noordelijk halfrond. Het is van belang om de standplaats zo goed mogelijk na te bootsen (eikenbossen). Doordat die plaatsen over het algemeen wat lichter zijn, kunnen deze varens redelijk goed wat licht verdragen. Toch staan ze het liefst op een schaduwrijke plaats. Ze hebben wel een hekel aan wind en droogte. In maart of april deze varens afsnijden. Eerder kan vorstschade opleveren aan de nieuwe scheuten. Als je het later doet wordt dat lastig omdat er dan tussen het nieuwe loof geknipt moet worden. Breng in het najaar humusrijke grond aan rondom de varen.
Winterhardheid
GoedGrondsoort
Zeer humusrijkVochtigheid
Zeer groot
Standplaats
Lichte schaduw tot zonHoogte
Tot 175 centimeterBlad / loof
Halfwintergroen
Bloemkleur
Niet van toepassingBloeitijd
Niet van toepassingBijzonderheden
Geen bijzonderheden
Onoclea sensibillis
Bolletjesvaren,  Onoclea sensibilis, is een snelgroeiende varen voor grotere tuinen en breidt zich uit door kruipende wortelstol. Het blad is lichtgroen en dubbel geveerd op lange stelen. De bolletjesvaren verschijnt al vroeg in het voorjaar en is daarmee gevoelig voor late vorst. Het blad krijgt in de herfst een mooie geelrode herfsttint. De bolletjesvaren verlangt een vochtige bodem op een half tot schaduwde plaats. Hij woekert meer naarmate de grond vochtiger is.
Winterhardheid
Matig winterhardGrondsoort
Matig voedselrijk

Vochtigheid
Vochtig

Standplaats
Halfschaduw tot schaduwHoogte
50 tot 70 cm

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
Niet van toepassingBloeitijd
Niet van toepassing

Bijzonderheden
Geen bijzonderheden

 

Osmunda regalis
Echte koningsvaren, Osmunda regalis, staat heel mooi bij vijvers en beeklopen in natte grond. Ook erg mooi past hij in de wilde tuin. Hij kan wel 175 cm hoog worden en breidt zich langzaam uit via kruipende wortelstokken. De steriele bladeren zijn dubbelgeveerd. De bladeren zijn aan de onderzijde dicht bezet met roestkleurige sporenhoopjes. De steriele bladeren kleuren prachtig geel in de herfst. De mooiste planten staan in de halfschaduw. In de zon kan ook, maar dan moet de grond voortdurend vochtig zijn.
Winterhardheid
GoedGrondsoort
Humusrijke grond

Vochtigheid
Vochtig

Standplaats
schaduw/half schaduwHoogte
Tot 125 centimeter

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
Niet van toepassingBloeitijd
Niet van toepassing

Bijzonderheden
Geen bijzonderheden

 

Thyrium filix-femina
Wijfjesvaren, Thyrium filix-femina, wordt doordat ze zo sierlijk en fijntjes is zo genoemd. Het is een varen met mooie lange lichtgroene bladeren. Van nature groeit de wijfjesvaren ook gewoon in onze eigen bossen. Bij voorkeur op vochtige plekken in de schaduw. Onmisbaar in een bostuin. Ze wordt maximaal 100 cm hoog en voordat zij haar blad verliest  verkleurt het blad mooi goudgeel in de herfst. Zorg dat de wijfjesvaren zoveel mogelijk beschut is tegen vorst en afkoelende en uitdrogende wind. De grond rond de varen mag nooit uitdrogen, dus geef tijdens een droge periode tijdig water. Breng wat rondom de varen ook compost aan, zodat er voldoende voedingsstoffen kunnen worden opgenomen.
Winterhardheid
GoedGrondsoort
Bij voorkeur humusrijke grond

Vochtigheid
Matig vochtig tot vochtig

Standplaats
Half schaduw tot schaduwHoogte
100-120 cm

Blad / loof
Bladverliezend

Bloemkleur
Niet van toepassingBloeitijd
Niet van toepassing

Bijzonderheden
Geen bijzonderheden