Een gazon kan op elke grondsoort worden aangelegd, mits de bodem waar de graszoden op liggen maar voldoende vocht en lucht doorlatend is.
Waar moet je op letten bij het bewerken van de bodem?
Regenwater moet vlot worden afgevoerd en in droge perioden moet de structuur zodanig goed zijn dat vanuit de ondergrond voldoende vocht beschikbaar komt. Een ondoorlatende laag zal dus voor de aanleg moeten worden gebroken, willen we later niet met wateroverlast te kampen hebben. Een goede grondbewerking is daarom een eerste vereiste: drie steek diep spitten of machinaal laten spitten. Dat is beter dan frezen, omdat frezen slecht is voor de bodemstructuur en er dikwijls een samengedrukte laag ontstaat, die ‘zool’ wordt genoemd en ook de vochthuishouding niet ten goede komt. In lichte grond (zand) kan organisch materiaal zoals compost en/of tuinturf worden ondergespit in de bovenste laag. Op zware, vruchtbare kleigrond kan zand worden toegevoegd om de doorlatendheid te bevorderen.
Bepaal deze grondverbetering in overleg met een plaatselijke, deskundige hovenier. Die is goed op de hoogte en heeft ervaring met uw type grond. Hij kan de materialen leveren en u adviseren als u bepaalde werkzaamheden zelf wilt doen. Advies inwinnen bij een vakman betaalt zich altijd terug.
Gemaakte fouten kunt u achteraf dikwijls moeilijk herstellen en dan kost het veel meer geld. Een goed begin is het halve werk, ook voor een gazon, dat meer dan een mensenleven meegaat als het goed wordt verzorgd of een goede ondergrond heeft.
Succes in de tuin!